Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. verge:
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. verge:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor verge (Engels) in het Frans

verge:


Vertaal Matrix voor verge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- brink; scepter; sceptre; threshold; wand
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- eaves; edge; fringe; hanging-over; outer edge; shoulder; soffit

Synoniemen voor "verge":


Verwante definities voor "verge":

  1. a grass border along a road1
  2. the limit beyond which something happens or changes1
    • on the verge of tears1
  3. a ceremonial or emblematic staff1
  4. a region marking a boundary1
  5. border on; come close to1
    • His behavior verges on the criminal1

Wiktionary: verge

verge
noun
  1. (term, Ponts et chaussées) espace comprendre entre la chaussée et le fossé, entre le ruisseau et la maison.
  2. fortification|fr chemin étroit entre le pied d'un rempart et un fossé. Ou espace environné de palissades, qu'on laisse au même endroit pour recevoir les terres qui peuvent s'ébouler.

Verwante vertalingen van verge



Frans

Uitgebreide vertaling voor verge (Frans) in het Engels

verge:

verge [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la verge (tige)
    the shank; the stick
    • shank [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stick [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor verge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
shank tige; verge jambe; phylum; tibia; tronc
stick tige; verge barre; barreau; branche; brin; bâton; crosse de hockey; gourdin; knout; levier de changement de vitesses; lingot; phylum; pique-feu; rai; rameau; ramification; rayon; ringard; scion; taillis; tisonnier; tringle; trique; tronc
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stick adhérer; attacher; attraper; avoir des difficultés; barboter; chiper; coller; coller ensemble; engluer; fixer avec de la colle; hésiter; ne pas décoller; pendre; piquer; piétiner; plaquer; prendre; ramer; rester court; s'attacher; s'attacher à; s'attarder; scotcher; se coller; souffler; stagner; tomber à plat; être au point mort; être bloqué; être coincé

Synoniemen voor "verge":


Wiktionary: verge

verge
noun
  1. Baguette.
  2. Organe sexuel masculin
  3. Unité de mesure.
verge
noun
  1. archaic: unit of area
  2. staff, rod, stick
  3. three feet

Cross Translation:
FromToVia
verge penis PenisAnatomie: männliches Geschlechtsorgan verschiedener Tiere und des Menschen