Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. carouser:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor carouser (Engels) in het Frans

carouser:

carouser [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the carouser (reveller; feaster; reveler)
    le noceur; le bon vivant; le bambocheur; le viveur; le vadrouilleur; le vieux marcheur

Vertaal Matrix voor carouser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bambocheur carouser; feaster; reveler; reveller rake
bon vivant carouser; feaster; reveler; reveller
noceur carouser; feaster; reveler; reveller night reveller
vadrouilleur carouser; feaster; reveler; reveller
vieux marcheur carouser; feaster; reveler; reveller
viveur carouser; feaster; reveler; reveller
- wassailer
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vadrouilleur gadabout

Synoniemen voor "carouser":

  • wassailer; drinker; imbiber; toper; juicer

Verwante definities voor "carouser":

  1. someone who enjoys riotous drinking1

Wiktionary: carouser

carouser
noun
  1. (vieilli) désuet|fr marionnettiste.