Cords in het Frans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

cords:
- fils; ficelles; cordes; lacets; galons; cordons; fils électriques; câbles; cordages
cord:
- corde; tresse; fil; câble; toise; velours côtelé; velours à côtes
Wiktionary:
- cord → corde
- cord → nervure, passepoil, corde, fil à linge, laisse, cordon ombilical, ficelle

Engels

Uitgebreide vertaling voor cords (Engels) in het Frans

cords:

cords [the ~] zelfstandig naamwoord

the cords (strings; ropes)
le fils; la ficelles; la cordes
- fils [le ~] zelfstandig naamwoord
- ficelles [la ~] zelfstandig naamwoord
- cordes [la ~] zelfstandig naamwoord
the cords (strings; laces; ropes)
la cordes; le fils; le lacets; la ficelles; le galons; le cordons
- cordes [la ~] zelfstandig naamwoord
- fils [le ~] zelfstandig naamwoord
- lacets [le ~] zelfstandig naamwoord
- ficelles [la ~] zelfstandig naamwoord
- galons [le ~] zelfstandig naamwoord
- cordons [le ~] zelfstandig naamwoord
the cords (flexes)
le fils électriques
- fils électriques [le ~] zelfstandig naamwoord
the cords (ropes; strings)
la cordes; le galons; le câbles; le cordages
- cordes [la ~] zelfstandig naamwoord
- galons [le ~] zelfstandig naamwoord
- câbles [le ~] zelfstandig naamwoord
- cordages [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cords:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cordages	cords; ropes; strings
cordes	cords; laces; ropes; strings	strings
cordons	cords; laces; ropes; strings
câbles	cords; ropes; strings
ficelles	cords; laces; ropes; strings	binder twines; bits of rope; packthread; string; strings; twine
fils	cords; laces; ropes; strings	son; sons
fils électriques	cords; flexes
galons	cords; laces; ropes; strings
lacets	cords; laces; ropes; strings	laces; shoe-strings; shoelaces
-	corduroys

Verwante woorden van "cords":

cord

Synoniemen voor "cords":

corduroys; trouser; pant

Verwante definities voor "cords":

cotton trousers made of corduroy cloth¹

cords vorm van cord:

cord [the ~] zelfstandig naamwoord

the cord (line)
la corde; la tresse; le fil; le câble
- corde [la ~] zelfstandig naamwoord
- tresse [la ~] zelfstandig naamwoord
- fil [le ~] zelfstandig naamwoord
- câble [le ~] zelfstandig naamwoord
the cord (fathom)
la toise
- toise [la ~] zelfstandig naamwoord
the cord (corduroy)
le velours côtelé; le velours à côtes
- velours côtelé [le ~] zelfstandig naamwoord
- velours à côtes [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cord:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
corde	cord; line	cable; chain; chord; cotton; file; flex; guy-rope; hawser; line; rank; rope; row; string; stripe; thread; wire; yarn
câble	cord; line	board; board of directors; board of managers; cable; chain; committee; direction; file; flex; hawser; lead; line; management; rank; ripcord; rope; row; stripe; supervision; wire
fil	cord; line	angling line; board; board of directors; board of managers; cable; committee; cotton; direction; fishing-line; flex; lead; management; ripcord; string; supervision; thread; wire; yarn
toise	cord; fathom
tresse	cord; line	braided hair; flex; hair braid; plat; ponytail
velours côtelé	cord; corduroy	velvet corduroy
velours à côtes	cord; corduroy
-	corduroy; electric cord
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	braid

Verwante woorden van "cord":

corded, cords

Synoniemen voor "cord":

line
volume unit; capacity unit; capacity measure; cubage unit; cubic measure; cubic content unit; displacement unit; cubature unit
electric cord; conductor
corduroy; fabric; cloth; material; textile
stack; pile; heap
tie; bind

Verwante definities voor "cord":

a line made of twisted fibers or threads¹
- the bundle was tied with a cord¹
a cut pile fabric with vertical ribs; usually made of cotton¹
a light insulated conductor for household use¹
a unit of amount of wood cut for burning; 128 cubic feet¹
bind or tie with a cord¹
stack in cords¹
- cord firewood¹

Wiktionary: cord

cord

noun

unit of measurement for firewood
- cord → corde
length of twisted strands
- cord → corde

cord

noun

tortis fait ordinairement de chanvre et quelquefois de coton, de laine, de soie, d’écorce d’arbres, de poil, de crin, de jonc et d’autres matières pliantes et flexibles.
- corde → cord; line; chord

Cross Translation:

From	To	Via
• cord	→ nervure; passepoil	↔ Biese — schmaler Nahtbesatz an Kleidungsstücken und Lederwaren
• cord	→ corde; fil à linge; laisse	↔ Leine — längere feste Schnur, an der etwas festgemacht wird oder mit der etwas festgemacht wird; dünnes Seil
• cord	→ cordon ombilical	↔ Nabelschnur — Anatomie: Verbindungsstrang zwischen Bauchnabel eines Neugeborenen und der Plazenta (dem Mutterkuchen); enthält drei Blutgefäße
• cord	→ corde; ficelle	↔ Schnur — robustes Textilgeflecht in länglicher Form

Verwante vertalingen van cords

vocal cords

Remove Ads

Vertaal cords van Engels naar Frans

Uitgebreide vertaling voor cords (Engels) in het Frans

cords:

cords [the ~] zelfstandig naamwoord

the cords (strings; ropes)

the cords (strings; laces; ropes)

the cords (flexes)

the cords (ropes; strings)

Vertaal Matrix voor cords:

Verwante woorden van "cords":

Synoniemen voor "cords":

Verwante definities voor "cords":

cords vorm van cord:

cord [the ~] zelfstandig naamwoord

the cord (line)

the cord (fathom)

the cord (corduroy)

Vertaal Matrix voor cord:

Verwante woorden van "cord":

Synoniemen voor "cord":

Verwante definities voor "cord":

Wiktionary: cord

Verwante vertalingen van cords