Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. expenditure:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor expenditure (Engels) in het Frans

expenditure:

expenditure [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the expenditure (consumption; use)
    la consommation; le gaspillage; la dissipation; la digestion
  2. the expenditure (spending)
    la dépense; le placement
  3. the expenditure
    la dépense

Vertaal Matrix voor expenditure:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
consommation consumption; expenditure; use consuming; consumption; score
digestion consumption; expenditure; use consumption; digestion
dissipation consumption; expenditure; use inattention; squandering; wastage; waste
dépense expenditure; spending expense; spending
gaspillage consumption; expenditure; use squandering; wastage; waste
placement expenditure; spending arrangement; assembly; composition; deposit; give employment to people; investment; minimum deposit; montage
- consumption; expending; outgo; outlay; spending; using up

Verwante woorden van "expenditure":

  • expenditures

Synoniemen voor "expenditure":


Antoniemen van "expenditure":


Verwante definities voor "expenditure":

  1. the act of consuming something1
  2. the act of spending money for goods or services1
  3. money paid out; an amount spent1

Wiktionary: expenditure

expenditure
noun
  1. act of expending
  2. amount expended
expenditure
Cross Translation:
FromToVia
expenditure dépense Aufwand — Mittel, die angewendet worden sind
expenditure énergie; effort Aufwand — die benötigen Energie oder Arbeit, um eine Handlung durchführen oder etwas herstellen

Verwante vertalingen van expenditure