Extravagance in het Frans vertaald uit het Engels

Engels

Uitgebreide vertaling voor extravagance (Engels) in het Frans

the extravagance (lawlessness; debauchery; dissipation; excess; licentiousness)
le libertinage; l'excès; la démesure; la débauche
- libertinage [le ~] zelfstandig naamwoord
- excès [le ~] zelfstandig naamwoord
- démesure [la ~] zelfstandig naamwoord
- débauche [la ~] zelfstandig naamwoord
the extravagance (excess; splurge)
l'illimité; l'excès; la débauche; la démesure
- illimité [le ~] zelfstandig naamwoord
- excès [le ~] zelfstandig naamwoord
- débauche [la ~] zelfstandig naamwoord
- démesure [la ~] zelfstandig naamwoord
the extravagance (luxury)
l'article de luxe
- article de luxe [le ~] zelfstandig naamwoord
the extravagance (prodigality)
l'extravagance; la prodigalité
- extravagance [la ~] zelfstandig naamwoord
- prodigalité [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
article de luxe	extravagance; luxury	luxury article
débauche	debauchery; dissipation; excess; extravagance; lawlessness; licentiousness; splurge	debauchery; dissipation; fit of rage; fit of temper; fornication; immorality; licentiousness; outburst of anger; spurt of anger
démesure	debauchery; dissipation; excess; extravagance; lawlessness; licentiousness; splurge	being unrestrained; exaggeration; immoderateness; unbridledness; unlimitedness
excès	debauchery; dissipation; excess; extravagance; lawlessness; licentiousness; splurge	abundances; exaggeration; excess; excesses; excrescence; extreme; exuberance; fit of rage; fit of temper; last-ditch; limit; outburst of anger; overflow; profusion; profusions; spurt of anger; surplus; utmost
extravagance	extravagance; prodigality	exaggeration; excess; excrescence; fit of rage; fit of temper; outburst of anger; spurt of anger
illimité	excess; extravagance; splurge
libertinage	debauchery; dissipation; excess; extravagance; lawlessness; licentiousness	immorality
prodigalité	extravagance; prodigality
-	extravagancy; high life; highlife; lavishness; prodigality; profligacy
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
illimité		eternal; indefinitely; infinite; unbounded; unlimited; unrestricted; vast

excessive spending¹
the trait of spending extravagantly¹
the quality of exceeding the appropriate limits of decorum or probability or truth¹
- we were surprised by the extravagance of his description¹

extravagance

noun