Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. janitor:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor janitor (Engels) in het Frans

janitor:

janitor [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the janitor (hall porter; caretaker; doorkeeper)
    le concierge; le portier; le gardien d'immeuble
  2. the janitor
    – someone employed to clean and maintain a building 1
    le concierge

Vertaal Matrix voor janitor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
concierge caretaker; doorkeeper; hall porter; janitor attendant; blabber; blabbermouth; bodyguard; caretaker; chatterbox; chattering fool; concierge; dawdler; door-keeper; doorkeeper; doorman; driveller; ginger-snap; gossip; guard; landlady; landlord; lodging-house keeper; milksop; porter; rattle; scald-head; school porter; sentry; slowcoach; stick-in-the-mud; trifler; usher; waffler; warder; watchman
gardien d'immeuble caretaker; doorkeeper; hall porter; janitor attendant; doorkeeper; doorman; guard; porter; sentry; warder; watchman
portier caretaker; doorkeeper; hall porter; janitor attendant; bodyguard; concierge; doorkeeper; doorman; gate-keeper; guard; guardsman; keeper; porter; sentry; usher; warder; watchman

Verwante woorden van "janitor":

  • janitors

Synoniemen voor "janitor":


Verwante definities voor "janitor":

  1. someone employed to clean and maintain a building1

Wiktionary: janitor

janitor
noun
  1. caretaker
  2. doorman
janitor
noun
  1. Celui, celle qui balayer.
  2. Celui, celle qui a la garde d’un immeuble.

Cross Translation:
FromToVia
janitor concierge Hausbesorgerösterreichisch: Person, die für die Instandhaltung eines Gebäudes zuständig ist
janitor concierge HausmeisterPerson, die für die Instandhaltung eines Gebäudes zuständig ist