Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. past tense:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor past tense (Engels) in het Frans

past tense:

past tense [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the past tense (past)
    – a verb tense that expresses actions or states in the past 1
    passé
    • passé bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor past tense:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
passé past
- past
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
passé past; past tense accomplished; achieved; at an earlier date; before; clear; completed; concluded; corrupt; degenerate; depraved; earlier; elapsed; evident; ex; expired; finished; former; formerly; handed round; happened; in former times; lapsed; last; late; lost; miserable; missing; of this month; one-time; out; over; paltry; passed on; past; perverted; poor; preceding; prepared; previous; putrefied; ragged; ready; ready for use; retired; rotten; shabby; shady; unsightly

Synoniemen voor "past tense":


Verwante definities voor "past tense":

  1. a verb tense that expresses actions or states in the past1

Wiktionary: past tense

past tense
noun
  1. form of language

Cross Translation:
FromToVia
past tense passé verleden tijd — taalkunde|nld geeft aan dat een handeling zich in het verleden afspeelde
past tense prétérit PräteritumLinguistik: Zeitform, die ausdrückt, dass ein Geschehen vom Standpunkt des Sprechers aus gesehen vergangen, abgeschlossen und von der Gegenwart losgelöst ist und in diesem Sinn der Vergangenheit angehört.
past tense passé VergangenheitLinguistik: Tempus, das anzeigt, dass die Handlung in der Vergangenheit [1] stattgefunden hat

Verwante vertalingen van past tense