Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor rancher (Engels) in het Frans

rancher:

rancher [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the rancher (agrarian; farmer; agriculturist)
    le paysan; le fermier; le valet de ferme; le plouc; l'agriculteur; le péquenot; le cultivateur; le rustre

Vertaal Matrix voor rancher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agriculteur agrarian; agriculturist; farmer; rancher agrarian; agricultral worker; agriculturist; cultivator; farmer
cultivateur agrarian; agriculturist; farmer; rancher agrarian; agricultral worker; agriculturist; breeder; cultivator; farmer; grower; horticulturist; producer
fermier agrarian; agriculturist; farmer; rancher agricultral worker; boor; clodhopper; cultivator; farmer; leaseholder; lout; yokel
paysan agrarian; agriculturist; farmer; rancher agricultral worker; boor; clodhopper; countryman; cultivator; farmer; lout; rude fellow; rude person; yokel
plouc agrarian; agriculturist; farmer; rancher asshole; boor; brute; clodhopper; dirty bastard; dolt; duffer; hulk; ill-mannered brute; lout; son-of-a-bitch; unlicked cub; yokel
péquenot agrarian; agriculturist; farmer; rancher asshole; boor; clodhopper; dirty bastard; lout; son-of-a-bitch; yokel
rustre agrarian; agriculturist; farmer; rancher boor; brat; bumpkin; clodhopper; jerk; little pest; lout; rascal; rude fellow; shithead; yokel
valet de ferme agrarian; agriculturist; farmer; rancher aid; assistant; farm hand; hand; help; valet
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rustre arrogant; boorish; ill-bred; impudent; insolent; overbearing; plump; presumptuous; rude; rustic; shameless; uncivilised; uncivilized; uneducated; unmannerly

Synoniemen voor "rancher":

  • farmer; husbandman; granger; sodbuster

Verwante definities voor "rancher":

  1. a person who owns or operates a ranch1