Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. thief:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor thief (Engels) in het Frans

thief:

thief [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the thief
    le voleur; le brigand; le cambrioleur
  2. the thief (robber)
    le voleur; le brigand; le filou; le voleur de caisse
  3. the thief (burglar; intruder; housebreaker; )
    le voleur; le monte-en-l'air

Vertaal Matrix voor thief:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brigand robber; thief attacker; bastard; cad; cur; footpad; highwayman; pariah; raider; rascal; rogue; scoundrel; screw; skunk; sly dog; stinker; villain
cambrioleur thief
filou robber; thief
monte-en-l'air burglar; cat burglar; cracksman; housebreaker; infiltrator; interloper; intruder; sneak-thief; thief cat-burglar
voleur burglar; cat burglar; cracksman; housebreaker; infiltrator; interloper; intruder; robber; sneak-thief; thief attacker; footpad; highwayman; raider
voleur de caisse robber; thief
- stealer
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- robber

Verwante woorden van "thief":


Synoniemen voor "thief":


Verwante definities voor "thief":

  1. a criminal who takes property belonging to someone else with the intention of keeping it or selling it1

Wiktionary: thief

thief
noun
  1. one who carries out theft
thief
noun
  1. Voleur
  2. Personne qui effectue un vol

Cross Translation:
FromToVia
thief voleur dief — iemand (persoon of dier) die iets stelen

Verwante vertalingen van thief