Trainings in het Frans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

training:
- entraînement; formation; éducation; instruction; formation écolière; cabinet de médecin; pratique; étude; exercice; exercice d'assouplissement; mise à niveau; contraction musculaire; apprentissage
Wiktionary:
- training → entraînement, exercice
- training → entraînement, formation, dressage

Engels

Uitgebreide vertaling voor trainings (Engels) in het Frans

training:

training [the ~] zelfstandig naamwoord

the training (teaching; schooling; drilling)
l'entraînement; la formation; l'éducation; l'instruction
- entraînement [le ~] zelfstandig naamwoord
- formation [la ~] zelfstandig naamwoord
- éducation [la ~] zelfstandig naamwoord
- instruction [la ~] zelfstandig naamwoord
the training (education; schooling)
l'éducation; la formation; la formation écolière; l'instruction
- éducation [la ~] zelfstandig naamwoord
- formation [la ~] zelfstandig naamwoord
- formation écolière [la ~] zelfstandig naamwoord
- instruction [la ~] zelfstandig naamwoord
the training (doctor's practice; study)
le cabinet de médecin; la pratique; l'entraînement; la formation; l'étude; l'exercice
- cabinet de médecin [le ~] zelfstandig naamwoord
- pratique [la ~] zelfstandig naamwoord
- entraînement [le ~] zelfstandig naamwoord
- formation [la ~] zelfstandig naamwoord
- étude [la ~] zelfstandig naamwoord
- exercice [le ~] zelfstandig naamwoord
the training (exercise; practice; drill; practise)
l'exercice; l'exercice d'assouplissement
- exercice [le ~] zelfstandig naamwoord
- exercice d'assouplissement [le ~] zelfstandig naamwoord
the training (qualification; education; college)
l'éducation; l'entraînement; la formation; l'instruction; la mise à niveau
- éducation [la ~] zelfstandig naamwoord
- entraînement [le ~] zelfstandig naamwoord
- formation [la ~] zelfstandig naamwoord
- instruction [la ~] zelfstandig naamwoord
- mise à niveau [la ~] zelfstandig naamwoord
the training (breaking in)
l'entraînement
- entraînement [le ~] zelfstandig naamwoord
the training (muscular activity)
la contraction musculaire
- contraction musculaire [la ~] zelfstandig naamwoord
the training

– The process of teaching the speech recognition engine to recognize your voice and manner of speaking. The speech engine looks for patterns in the way you speak, enabling it to provide better accuracy when you dictate text. You train the engine by reading text in the training wizard, and continue to train the engine as you dictate text while working. ¹
l'apprentissage
- apprentissage [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor training:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
apprentissage	training	acquiring; apprenticeship; learning; learning process; period of training; pupillage; school years
cabinet de médecin	doctor's practice; study; training
contraction musculaire	muscular activity; training	muscle twitch
entraînement	breaking in; college; doctor's practice; drilling; education; qualification; schooling; study; teaching; training	current; drift; experience; practice; practise; routine; skill
exercice	doctor's practice; drill; exercise; practice; practise; study; training	boat drill; experience; financial year; fiscal year; gymnastics; performance; physical exercise; practice; practise; routine; skill
exercice d'assouplissement	drill; exercise; practice; practise; training	finger exercise
formation	college; doctor's practice; drilling; education; qualification; schooling; study; teaching; training	configuration; cultivation; development; education; evolvement; experience; formation; practice; practise; routine; skill; upbringing
formation écolière	education; schooling; training
instruction	college; drilling; education; qualification; schooling; teaching; training	action statement; assignment; briefing; command; commission; cue; cultivation; development; education; evolvement; guidebook; guideline; handbook; instruction; instruction book; lesson; mandate; manual; motto; order; orders; parole; preliminary inquiry; preliminary investigation; shibboleth; statement; tuition; upbringing
mise à niveau	college; education; qualification; training
pratique	doctor's practice; study; training	experience; performance; practice; practise; routine; skill
éducation	college; drilling; education; qualification; schooling; teaching; training	civilizing; cultivating; cultivation; development; education; evolvement; item; pedagogy; polishing; principal theme; refining; subject; subject matter; theme; topic; upbringing
étude	doctor's practice; study; training	course; experience; practice; practise; routine; skill; study; studying; test
-	breeding; education; grooming; preparation
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
instruction		instruction
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	practising; rehearsal
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pratique		applied; easily; easy; effortless; in practice; not difficult; not hard; practical; serviceable; simple; usable; useful

Verwante woorden van "training":

trainings, train

Synoniemen voor "training":

preparation; grooming; activity
education; breeding; upbringing

Verwante definities voor "training":

activity leading to skilled behavior²
the result of good upbringing (especially knowledge of correct social behavior)²
The process of teaching the speech recognition engine to recognize your voice and manner of speaking. The speech engine looks for patterns in the way you speak, enabling it to provide better accuracy when you dictate text. You train the engine by reading text in the training wizard, and continue to train the engine as you dictate text while working.¹

Wiktionary: training

training

noun

training
- training → entraînement

training

noun

action d’entraîner ou état de ce qui est entraîné au sens figuré.
- entraînement → training
action d’exercer ou de s’exercer.
- exercice → exercise; coaching; training; practice

Cross Translation:

From	To	Via
• training	→ entraînement	↔ training — een oefening
• training	→ formation	↔ opleiding — onderwijs\|nld vorm van onderwijs
• training	→ dressage	↔ Erziehung — das Trainieren und Abrichten eines HaustieresHundeerziehung
• training	→ entraînement	↔ Training — nachhaltige, planmäßige Übungen im Sport oder anderen Bereichen, um die Leistungen zu verbessern

Remove Ads

Vertaal trainings van Engels naar Frans

Uitgebreide vertaling voor trainings (Engels) in het Frans

training:

training [the ~] zelfstandig naamwoord

the training (teaching; schooling; drilling)

the training (education; schooling)

the training (doctor's practice; study)

the training (exercise; practice; drill; practise)

the training (qualification; education; college)

the training (breaking in)

the training (muscular activity)

the training

Vertaal Matrix voor training:

Verwante woorden van "training":

Synoniemen voor "training":

Verwante definities voor "training":

Wiktionary: training