Engels

Uitgebreide vertaling voor vindication (Engels) in het Frans

vindication:

vindication [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the vindication (apology; excuse; justification; thinking up a story; weathering)
    le fait de se justifier; le fait de s'excuser
  2. the vindication (justification)
    la justification; la légitimation

Vertaal Matrix voor vindication:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fait de s'excuser apology; excuse; justification; thinking up a story; vindication; weathering
fait de se justifier apology; excuse; justification; thinking up a story; vindication; weathering
justification justification; vindication justification; responsibility
légitimation justification; vindication I.D.; ID; identification; identification card; passport
- defence; defense; exoneration

Verwante woorden van "vindication":

  • vindicate

Synoniemen voor "vindication":


Verwante definities voor "vindication":

  1. the act of vindicating or defending against criticism or censure etc.1
    • friends provided a vindication of his position1
  2. the justification for some act or belief1

Wiktionary: vindication

vindication
noun
  1. the act of vindicating
vindication
noun
  1. parole ou écrits destinés à justifier ou à défendre quelqu’un ou quelque chose.

vindicate:


Vertaal Matrix voor vindicate:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- justify
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- maintain; reclaim

Verwante woorden van "vindicate":


Synoniemen voor "vindicate":


Verwante definities voor "vindicate":

  1. show to be right by providing justification or proof1
    • vindicate a claim1
  2. clear of accusation, blame, suspicion, or doubt with supporting proof1
    • You must vindicate yourself and fight this libel1
  3. maintain, uphold, or defend1
    • vindicate the rights of the citizens1

Wiktionary: vindicate

vindicate
verb
  1. to clear from an accusation, suspicion or criticism
  2. to justify by providing evidence
  3. to maintain or defend a cause against opposition
  4. to provide justification
  5. to claim
vindicate
verb
  1. disculper dans une certaine mesure, présenter une personne ou une action comme moins coupable qu’elle ne sembler.
  2. déclarer que quelqu’un est innocent

Cross Translation:
FromToVia
vindicate relaxer; libérer; absoudre; acquitter; innocenter vrijpleiten — door pleiten vrijspraak verwerven voor iemand, door pleiten de onschuld aantonen van iemand, door pleiten verdedigen
vindicate défendre; préconiser; professer verfechtenAuffassung, Meinung, Standpunkt und Anderes vehement vertreten; für etwas energisch eintreten
vindicate revendiquer vindizierenrechtssprachlich: als Eigentümer vom Besitzer einer Sache die Aushändigung fordern