Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
- air force:
-
Wiktionary:
- air force → force aérienne, armée de l'air
- air force → armée de l'air
Engels
Uitgebreide vertaling voor air force (Engels) in het Frans
airforce:
Vertaal Matrix voor airforce:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| - | air force |
Synoniemen voor "airforce":
Verwante definities voor "airforce":
air force:
-
the air force
-
the air force
Vertaal Matrix voor air force:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| forces aériennes | air force | |
| - | airforce | |
| Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| armée de l'air | air force |
Synoniemen voor "air force":
Verwante definities voor "air force":
Wiktionary: air force
air force
Cross Translation:
noun
-
branch of the military devoted to air warfare
- air force → force aérienne; armée de l'air
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • air force | → armée de l'air | ↔ luchtmacht — een krijgsmacht in de lucht die bestaant uit vliegtuigen, raketten, projectielen en personeel |
| • air force | → armée de l'air | ↔ Luftwaffe — Militär: Luftstreitkräfte |
Air Force:
Vertaal Matrix voor Air Force:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| - | U. S. Air Force; US Air Force; USAF; United States Air Force |
Verwante definities voor "Air Force":
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van air force
Frans
Uitgebreide vertaling voor air force (Frans) in het Engels
air force: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- air: tune; air; song; ditty; melody; look; ballad; appearance; allure; exterior; looks; way of looking
- force: pressure; compulsion; courage; fibre; fortitude; fiber; spirit; soul; energy; spunk; gin; jenever; intensity; fervour; vehemence; fierceness; fervor; force; strength; violence; power; authority; capacity; incentive; drive; boost; spur; momentum; impetus; stimulus; impulse; influence; vigour; zest; robustness; thoroughness; gusto; sturdiness; strongness; vigor
- forcer: enforce; compel; oblige; coerce; force; assault; raid; violate; attack; storm; lay violent hands upon; crack; decode; press on; break open; tear open; force open; extort; oblige to
- forcé: artificial; forced; enforced; strained; unnatural; compulsory; committed; obliged; obligatory; tied; indebted; involuntary; forcible; left; departed; started; affected; pretended; feigned; faked; relentless; inexonerably; out of necessity
Computer vertaling door derden: