Home ->Woordenboeken ->Engels/Frans ->Zoek: gaiter

Engelse en Franse zoekresultaten voor: gaiter

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

gaiter:
- guêtre; houseau
Wiktionary:
- gaiter → guêtre

Engels

Uitgebreide vertaling voor gaiter (Engels) in het Frans

gaiter:

gaiter [the ~] zelfstandig naamwoord

the gaiter (spat)
la guêtre; l'houseau
- guêtre [la ~] zelfstandig naamwoord
- houseau [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gaiter:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
guêtre	gaiter; spat
houseau	gaiter; spat
-	spat

Verwante woorden van "gaiter":

gaiters

Synoniemen voor "gaiter":

spat; legging; legin; leg covering
shoe

Verwante definities voor "gaiter":

legging consisting of a cloth or leather covering for the leg from the knee to the ankle¹
a shoe covering the ankle with elastic gores in the sides¹
a cloth covering (a legging) that covers the instep and ankles¹

Wiktionary: gaiter

gaiter

noun

covering for the ankle and instep
- gaiter → guêtre

gaiter

noun

vêtement|fr enveloppe de drap, de toile, de cuir, qui sert à recouvrir le haut de la chaussure et souvent aussi le bas de la jambe.
- guêtre → gaiter

Frans

Uitgebreide vertaling voor gaiter (Frans) in het Engels

gaiter: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

gai: eager; reliable; clear; bright; neat; pleasant; safe; enchanted; vibrant; funny; tidy; attentive; trustworthy; dependable; passionate; enthusiastic; buoyant; joyful; sunny; festive; trusted; amusing; animated; colourful; joyous; mystified; colorful; spell bound; under enchantment; eagre; gay; busy; engaged; occupied; tied up; busily engaged; cute; happy; glad; satisfied; delighted; pleased; nice; appealing; engaging; sympathetic; congenial; endearing; likable; winsome; cheerful; good-tempered; good natured; good-humoured; good-humored; brisk; lively; bustling; upbeat; frisky; sprightly; high-spirited; full of joy; merry; jolly; in high spirits; given to laughter; fond of laughing; felicitous; in good spirits
ter: three times
ôter: extricate; lift out; take off; undress; disrobe; remove one's clothes; take; collar; pinch; empty; snatch; steal; rob; nick; swipe; snitch; take away; pilfer; expropriate; pull out; clear out; purloin; filch; cadge; make off with; go thieving; take out

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University