Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fang:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor fang (Engels) in het Nederlands

fang:

fang [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the fang (eyetooth; canine; dogtooth; tusk)
    de hoektand
    • hoektand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fang:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoektand canine; dogtooth; eyetooth; fang; tusk

Verwante woorden van "fang":


Synoniemen voor "fang":


Verwante definities voor "fang":

  1. hollow or grooved tooth of a venomous snake; used to inject its poison1
  2. canine tooth of a carnivorous animal; used to seize and tear its prey1
  3. an appendage of insects that is capable of injecting venom; usually evolved from the legs1

Wiktionary: fang

fang
noun
  1. a tooth that can inject venom
  2. canine tooth
fang
noun
  1. tand waarmee bij een beet gif in het slachtoffer ingespoten wordt

Cross Translation:
FromToVia
fang hoektand FangJägersprache, nur im Plural: Fangwerkzeuge von Raubtieren, insbesondere Reißzahn

Fang:


Verwante definities voor "Fang":

  1. a Bantu language spoken in Cameroon1

Verwante vertalingen van fang