Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: Finnish

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: Finnish

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

finnish:
- completeren; vervolledigen; volledig maken; compleet maken
Finnish:
- Fins
Wiktionary:
- Finnish → Fins
- Finnish → Fins
- Finnish → Fins
- Finnish → Fins

Engels

Uitgebreide vertaling voor Finnish (Engels) in het Nederlands

finnish:

finnish werkwoord

finnish (complete)
completeren; vervolledigen; volledig maken; compleet maken
- completeren werkwoord (completeer, completeert, completeerde, completeerden, gecompleteerd)
- vervolledigen werkwoord (vervolledig, vervolledigt, vervolledigde, vervolledigden, vervolledigd)
- volledig maken werkwoord (maak volledig, maakt volledig, maakte volledig, maakten volledig, volledig gemaakt)
- compleet maken werkwoord (maak compleet, maakt compleet, maakte compleet, maakten compleet, compleet gemaakt)

Vertaal Matrix voor finnish:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
compleet maken	complete; finnish
completeren	complete; finnish	accomplish; add; better; bring to an end; complete; count up; end; fill up; finish; get done; get ready; improve; make better; perfect; replenish; round off; to make complete; total; wind up
vervolledigen	complete; finnish	better; complete; finish; improve; make better; perfect
volledig maken	complete; finnish	better; complete; finish; improve; make better; perfect

Synoniemen voor "finnish":

Finnish; European country; European nation
Finnish; Suomi; Baltic-Finnic

Finnish:

Finnish [the ~] zelfstandig naamwoord

the Finnish
het Fins
- Fins [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Finnish:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Fins	Finnish
-	Suomi

Verwante definities voor "Finnish":

of or relating to or characteristic of Finland or the people of Finland¹
- Finnish architecture¹
the official language of Finland; belongs to the Baltic Finnic family of languages¹

Wiktionary: Finnish

Finnish

proper noun

language
- Finnish → Fins

adjective

of the Finnish language
- Finnish → Fins
of Finland
- Finnish → Fins

Finnish

noun

een taal die wordt gesproken in Finland
- Fins → Finnish

adjective

betreffende Finland of het Fins
- Fins → Finnish

Cross Translation:

From	To	Via
• Finnish	→ Fins	↔ finnisch — zum Volk der Finnen gehörig
• Finnish	→ Fins	↔ finnisch — aus Finnland kommend, zu Finnland gehörig
• Finnish	→ Fins	↔ finnisch — die Sprache Finnisch betreffend
• Finnish	→ Fins	↔ finlandais — Relatif à la Finlande.
• Finnish	→ Fins	↔ finnois — langue parlée en Finlande.
• Finnish	→ Fins	↔ finnois — Relatif à la langue finnoise ou à une personne dont le finnois est la langue maternelle. À ne pas confondre avec finlandais.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University