Accessible: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

accessible:
- bereikbaar; toegankelijk; begaanbaar; ontvankelijk; openstaand; vatbaar; benaderbaar; genaakbaar; open
Wiktionary:
- accessible → gevoelig, receptief, toegankelijk
- accessible → toegangelijk, bescheiden, matig, gematigd, schappelijk, sober, aanspreekbaar, genaakbaar, toegankelijk, betaalbaar, verkrijgbaar
Gebruikers suggesties voor accessible:
- toegangkelijk, toegangelijk

Engels

Uitgebreide vertaling voor accessible (Engels) in het Nederlands

accessible (within reach; achievable; driveable; realizable)
bereikbaar; toegankelijk; begaanbaar
- bereikbaar bijvoeglijk naamwoord
- toegankelijk bijvoeglijk naamwoord
- begaanbaar bijvoeglijk naamwoord
accessible
ontvankelijk; openstaand; vatbaar
- ontvankelijk bijvoeglijk naamwoord
- openstaand bijvoeglijk naamwoord
- vatbaar bijvoeglijk naamwoord
accessible (approachable; amenable; open; frank)
toegankelijk; benaderbaar; genaakbaar; open
- toegankelijk bijvoeglijk naamwoord
- benaderbaar bijvoeglijk naamwoord
- genaakbaar bijvoeglijk naamwoord
- open bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
begaanbaar	accessible; achievable; driveable; realizable; within reach
benaderbaar	accessible; amenable; approachable; frank; open	approachable; complaisant; forward; graciously; obliging; pliable; pliant; responsive
bereikbaar	accessible; achievable; driveable; realizable; within reach
ontvankelijk	accessible
open	accessible; amenable; approachable; frank; open	fair; frank; honest; not closed; open; plain; sincere; straight; straight ahead; straight on; straightforward; true; upright
openstaand	accessible
toegankelijk	accessible; achievable; amenable; approachable; driveable; frank; open; realizable; within reach	approachable; complaisant; forward; graciously; obliging; pliable; pliant; responsive
vatbaar	accessible	susceptible
-	approachable
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
genaakbaar	accessible; amenable; approachable; frank; open	approachable; complaisant; forward; graciously; obliging; pliable; pliant; responsive

approachable; reachable; come-at-able; get-at-able; getatable; convenient; handy; ready to hand; in hand
approachable; comprehensible; comprehendible
available

capable of being reached¹
- a town accessible by rail¹
easy to get along with or talk to; friendly¹
- an accessible and genial man¹
easily obtained¹
- most students now have computers accessible¹
- accessible money¹
capable of being read with comprehension¹
- readily accessible to the nonprofessional reader¹

accessible

adjective

Cross Translation:

From	To	Via
• accessible	→ toegangelijk	↔ zugänglich — von Dingen und Sachen
• accessible	→ bescheiden; matig; gematigd; schappelijk; sober; aanspreekbaar; genaakbaar; toegankelijk; betaalbaar	↔ abordable — rare\|fr Qu’on peut aborder.
• accessible	→ genaakbaar; toegankelijk; verkrijgbaar	↔ accessible — Où l’on peut accéder.