Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: agriculture

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: agriculture

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

agriculture:
- landbouw; akkerbouw; landbouwbedrijf; landbouwkunde
Wiktionary:
- agriculture → landbouw
- agriculture → landbouw, akkerbouw, agricultuur

Engels

Uitgebreide vertaling voor agriculture (Engels) in het Nederlands

agriculture:

agriculture [the ~] zelfstandig naamwoord

the agriculture (arable farming)
de landbouw; de akkerbouw
- landbouw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- akkerbouw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the agriculture (farming)
het landbouwbedrijf
- landbouwbedrijf [het ~] zelfstandig naamwoord
the agriculture (agronomy; agricultural science)
de landbouwkunde
- landbouwkunde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor agriculture:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
akkerbouw	agriculture; arable farming
landbouw	agriculture; arable farming
landbouwbedrijf	agriculture; farming
landbouwkunde	agricultural science; agriculture; agronomy
-	agribusiness; factory farm; farming; husbandry
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	farming; farming industry

Synoniemen voor "agriculture":

agribusiness; factory farm; commercial enterprise; business enterprise; business
farming; husbandry; cultivation
Department of Agriculture; Agriculture Department; Agriculture; USDA; executive department
class; social class; socio-economic class

Verwante definities voor "agriculture":

the practice of cultivating the land or raising stock¹
a large-scale farming enterprise¹
the class of people engaged in growing food¹

Wiktionary: agriculture

agriculture

noun

the art or science of cultivating the ground
- agriculture → landbouw

agriculture

noun

het cultiveren van land voor de voortbrengst van voedsel en andere nuttige producten
- landbouw → agriculture; farming

Cross Translation:

From	To	Via
• agriculture	→ landbouw	↔ Landwirtschaft — ohne Plural: der zielgerichtete, wirtschaftliche Anbau von Pflanzen (Ackerbau, Gartenbau, Obstbau, Weinbau) und die zielgerichtete, wirtschaftliche Nutzung und Zucht von domestizierten Tieren (Viehzucht)
• agriculture	→ landbouw; akkerbouw; agricultuur	↔ agriculture — ensemble des activités économiques avoir principalement pour objet la culture des terres, et d’une manière générale « l’ensemble des travaux transformer le milieu naturel pour la production de végétal et d’animal [

Agriculture:

Vertaal Matrix voor Agriculture:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	Agriculture Department; Department of Agriculture; USDA

Verwante definities voor "Agriculture":

the federal department that administers programs that provide services to farmers (including research and soil conservation and efforts to stabilize the farming economy); created in 1862¹

Verwante vertalingen van agriculture

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University