Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: communion

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: communion

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

Communion:
- communie
commune:
- commune; leefgemeenschap; woongemeenschap; woongroep; wooneenheid; leefeenheid
Wiktionary:
- communion → communiceren, ter communie gaan, communie
- commune → gemeenschap, gemeente, communiceren, ter communie gaan

Engels

Uitgebreide vertaling voor communion (Engels) in het Nederlands

communion:

Vertaal Matrix voor communion:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	sharing

Verwante woorden van "communion":

commune

Synoniemen voor "communion":

Communion; Holy Communion; sacramental manduction; manduction; ritual
sharing; intercourse; social intercourse
denomination

Verwante definities voor "communion":

sharing thoughts and feelings¹
(Christianity) a group of Christians with a common religious faith who practice the same rites¹

Wiktionary: communion

Cross Translation:

From	To	Via
• communion	→ communiceren; ter communie gaan	↔ communier — (religion) recevoir le sacrement de l’Eucharistie.
• communion	→ communie	↔ communion — partage eucharistique

Communion:

Communion [the ~] zelfstandig naamwoord

the Communion
de communie
- communie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Communion:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
communie	Communion
-	Holy Communion; manduction; sacramental manduction

Verwante woorden van "Communion":

Communions

Verwante definities voor "Communion":

the act of participating in the celebration of the Eucharist¹
- the governor took Communion with the rest of the congregation¹

communion vorm van commune:

commune [the ~] zelfstandig naamwoord

the commune (municipality; community)
de commune; de leefgemeenschap; de woongemeenschap; de woongroep
- commune [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- leefgemeenschap [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- woongemeenschap [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- woongroep [de ~] zelfstandig naamwoord
the commune (community)
de wooneenheid; de leefeenheid
- wooneenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- leefeenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor commune:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
commune	commune; community; municipality
leefeenheid	commune; community
leefgemeenschap	commune; community; municipality	borough; circle; community
wooneenheid	commune; community
woongemeenschap	commune; community; municipality	borough; circle; community
woongroep	commune; community; municipality
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	communicate

Verwante woorden van "commune":

communes, communion

Synoniemen voor "commune":

administrative district; administrative division; territorial division
gathering; assemblage
communicate; intercommunicate
communicate; covenant

Verwante definities voor "commune":

a body of people or families living together and sharing everything¹
the smallest administrative district of several European countries¹
communicate intimately with; be in a state of heightened, intimate receptivity¹
- He seemed to commune with nature¹
receive Communion, in the Catholic church¹

Wiktionary: commune

Cross Translation:

From	To	Via
• commune	→ gemeenschap; gemeente	↔ commune — division du territoire français (ou d'autres pays, notamment francophones) administrer par un maire et un conseil municipal.
• commune	→ communiceren; ter communie gaan	↔ communier — (religion) recevoir le sacrement de l’Eucharistie.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University