Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor corresponding (Engels) in het Nederlands

corresponding:

corresponding bijvoeglijk naamwoord

  1. corresponding (matching; accompanying)
    bijbehorend; bijgesloten
  2. corresponding (congruous; matching)
    congruent

Vertaal Matrix voor corresponding:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijbehorend accompanying; corresponding; matching
bijgesloten accompanying; corresponding; matching annexed; appended; attached; enclosed; with this
congruent congruous; corresponding; matching
- comparable; like

Verwante woorden van "corresponding":


Synoniemen voor "corresponding":


Verwante definities voor "corresponding":

  1. accompanying1
    • all rights carry with them corresponding responsibilities1
  2. conforming in every respect1
    • boxes with corresponding dimensions1
  3. similar especially in position or purpose1
    • a number of corresponding diagonal points1

Wiktionary: corresponding

corresponding
adjective
  1. that have a similar relationship

Cross Translation:
FromToVia
corresponding overeenkomstig; overeenkomend; aansprakelijk; verantwoordelijk; congruent correspondant — Qui correspondre à quelque chose.

corresponding vorm van correspond:

to correspond werkwoord (corresponds, corresponded, corresponding)

  1. to correspond (keep up a correspondence; write)
    schrijven; corresponderen; een briefwisseling hebben
    • schrijven werkwoord (schrijf, schrijft, schreef, schreven, geschreven)
    • corresponderen werkwoord (correspondeer, correspondeert, correspondeerde, correspondeerden, gecorrespondeerd)
    • een briefwisseling hebben werkwoord (heb een briefwisseling, hebt een briefwisseling, heeft een briefwisseling, had een briefwisseling, hadden een briefwisseling, een briefwisseling gehad)
  2. to correspond (be in correspondence with)
    overeenkomstig zijn; corresponderen
  3. to correspond (coincide; converge)
    samenvallen; samenlopen
    • samenvallen werkwoord (val samen, valt samen, samengevallen)
    • samenlopen werkwoord (loop samen, loopt samen, liep samen, liepen samen, samengelopen)

Conjugations for correspond:

present
  1. correspond
  2. correspond
  3. corresponds
  4. correspond
  5. correspond
  6. correspond
simple past
  1. corresponded
  2. corresponded
  3. corresponded
  4. corresponded
  5. corresponded
  6. corresponded
present perfect
  1. have corresponded
  2. have corresponded
  3. has corresponded
  4. have corresponded
  5. have corresponded
  6. have corresponded
past continuous
  1. was corresponding
  2. were corresponding
  3. was corresponding
  4. were corresponding
  5. were corresponding
  6. were corresponding
future
  1. shall correspond
  2. will correspond
  3. will correspond
  4. shall correspond
  5. will correspond
  6. will correspond
continuous present
  1. am corresponding
  2. are corresponding
  3. is corresponding
  4. are corresponding
  5. are corresponding
  6. are corresponding
subjunctive
  1. be corresponded
  2. be corresponded
  3. be corresponded
  4. be corresponded
  5. be corresponded
  6. be corresponded
diverse
  1. correspond!
  2. let's correspond!
  3. corresponded
  4. corresponding
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor correspond:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
samenlopen confluence
samenvallen falling together
schrijven authorship; epistle; write
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
corresponderen be in correspondence with; correspond; keep up a correspondence; write conform to; correspond with
een briefwisseling hebben correspond; keep up a correspondence; write
overeenkomstig zijn be in correspondence with; correspond
samenlopen coincide; converge; correspond
samenvallen coincide; converge; correspond
schrijven correspond; keep up a correspondence; write scribble; write
- agree; check; equate; fit; gibe; jibe; match; represent; stand for; tally

Verwante woorden van "correspond":


Synoniemen voor "correspond":


Antoniemen van "correspond":


Verwante definities voor "correspond":

  1. exchange messages1
    • My Russian pen pal and I have been corresponding for several years1
  2. be equivalent or parallel, in mathematics1
  3. be compatible, similar or consistent; coincide in their characteristics1
  4. take the place of or be parallel or equivalent to1

Wiktionary: correspond

correspond
verb
  1. To exchange messages, especially by postal letter, over a period of time
  2. To be equivalent or similar in character, quantity, quality, origin, structure, function etc
correspond
verb
  1. (inergatief) overeenstemmen met
  2. gelijkenis vertonen

Cross Translation:
FromToVia
correspond stroken; ontspreken; voldoen entsprechen — (mit Dativ) auf gleichem oder angemessenem Niveau sein
correspond overeenstemmen; corresponderen korrespondieren — übereinstimmen, entsprechen
correspond corresponderen korrespondieren — in Briefwechsel mit jemandem stehen
correspond stroken übereinstimmen — (intransitiv) sich inhaltlich gleichen oder ähneln
correspond overeenstemmen; overeenkomen; corresponderen; congruent zijn; elkaar dekken; rijmen; zich aanpassen correspondre — Être en rapport de symétrie et d’harmonie avec quelque chose.