Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: discipline

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: discipline

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. discipline:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. discipline:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor discipline (Engels) in het Nederlands

discipline:

discipline [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the discipline (science discipline)
    tak van wetenschap; de discipline
  2. the discipline (ordinance; determination; regulation; )
    de discipline; de onderwerping; de gehoorzaamheid; de orde; de dwang; de tucht

to discipline werkwoord (disciplines, disciplined, disciplining)

  1. to discipline (chastise; punish)
    kastijden; tuchtigen; geselen
    • kastijden werkwoord (kastijd, kastijdt, kastijdde, kastijdden, gekastijd)
    • tuchtigen werkwoord (tuchtig, tuchtigt, tuchtigde, tuchtigden, getuchtigd)
    • geselen werkwoord (gesel, geselt, geselde, geselden, gegeseld)

Conjugations for discipline:

present
  1. discipline
  2. discipline
  3. disciplines
  4. discipline
  5. discipline
  6. discipline
simple past
  1. disciplined
  2. disciplined
  3. disciplined
  4. disciplined
  5. disciplined
  6. disciplined
present perfect
  1. have disciplined
  2. have disciplined
  3. has disciplined
  4. have disciplined
  5. have disciplined
  6. have disciplined
past continuous
  1. was disciplining
  2. were disciplining
  3. was disciplining
  4. were disciplining
  5. were disciplining
  6. were disciplining
future
  1. shall discipline
  2. will discipline
  3. will discipline
  4. shall discipline
  5. will discipline
  6. will discipline
continuous present
  1. am disciplining
  2. are disciplining
  3. is disciplining
  4. are disciplining
  5. are disciplining
  6. are disciplining
subjunctive
  1. be disciplined
  2. be disciplined
  3. be disciplined
  4. be disciplined
  5. be disciplined
  6. be disciplined
diverse
  1. discipline!
  2. let's discipline!
  5. disciplined
  6. disciplining
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor discipline:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
discipline by-law; decision; defining; determination; discipline; fixing; ordinance; regulation; regulations; rules; science discipline; submission
dwang by-law; decision; defining; determination; discipline; fixing; ordinance; regulation; regulations; rules; submission compulsion; enforcement; pressure
gehoorzaamheid by-law; decision; defining; determination; discipline; fixing; ordinance; regulation; regulations; rules; submission docility; obedience; submission
onderwerping by-law; decision; defining; determination; discipline; fixing; ordinance; regulation; regulations; rules; submission docility; obedience; submission
orde by-law; decision; defining; determination; discipline; fixing; ordinance; regulation; regulations; rules; submission association; circle; class; club; corporation; craft; craft guild; craft union; guild; order; position; prescription; professional organisation; professional organization; recommendation; regularity; regulation; social class; social group; social position; society; union
tak van wetenschap discipline; science discipline
tucht by-law; decision; defining; determination; discipline; fixing; ordinance; regulation; regulations; rules; submission
- bailiwick; correction; field; field of study; study; subject; subject area; subject field
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geselen chastise; discipline; punish
kastijden chastise; discipline; punish
tuchtigen chastise; discipline; punish
- check; condition; correct; sort out; train

Verwante woorden van "discipline":

  • disciplining, disciplines

Synoniemen voor "discipline":


Antoniemen van "discipline":

  • indiscipline

Verwante definities voor "discipline":

  1. training to improve strength or self-control1
  2. the act of punishing1
    • the offenders deserved the harsh discipline they received1
  3. the trait of being well behaved1
    • he insisted on discipline among the troops1
  4. a system of rules of conduct or method of practice1
    • he quickly learned the discipline of prison routine1
    • for such a plan to work requires discipline1
  5. a branch of knowledge1
    • in what discipline is his doctorate?1
  6. punish in order to gain control or enforce obedience1
    • The teacher disciplined the pupils rather frequently1
  7. develop (children's) behavior by instruction and practice; especially to teach self-control1
    • Parents must discipline their children1
  8. A particular specialization that categorizes activities and guidance within a process according to a common theme; these may relate to one or to many roles.2

Wiktionary: discipline

discipline
verb
  1. to impose order on someone
  2. to punish someone in order to (re)gain control
  3. to teach someone to obey authority
  4. to train someone by instruction and practice
noun
  1. category in which a certain activity belongs
  2. specific branch or knowledge or learning
  3. punishment
  4. controlled behaviour, self-control
discipline
verb
  1. (overgankelijk) op bestraffende wijze corrigeren
noun
  1. discipline
Cross Translation:
FromToVia
• discipline → discipline; gesel ↔ discipline — (vieilli) méthode d’instruction et d’éducation.

Verwante vertalingen van discipline



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor discipline (Nederlands) in het Engels

discipline:

discipline [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de discipline (tucht; onderwerping; gehoorzaamheid; orde; dwang)
    the discipline; the ordinance; the determination; the regulation; the submission; the by-law; the regulations; the rules; the fixing; the defining
    the decision
    – a position or opinion or judgment reached after consideration 1
    • decision [the ~] zelfstandig naamwoord
      • a decision unfavorable to the opposition1
  2. de discipline (tak van wetenschap)
    the discipline; the science discipline

Vertaal Matrix voor discipline:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
by-law discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht verordening
decision discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht beslissing; maatregel; raadsbesluit; schikking; voorziening
defining discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht
determination discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht bepaling; beslistheid; definiëring; determinatie; omschrijving; standvastigheid; vastberadenheid
discipline discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tak van wetenschap; tucht
fixing discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht bepaling; bevestiging; bijwoordelijke bepaling; het bevestigen; het vastmaken; vastmaken; vastzetten
ordinance discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht beschikking; besluit; besluiten; raadsbesluit; regeringsbesluit; verordening
regulation discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht dienstvoorschrift; normalisatie; orde; regel; regeling; reglement; reglementering; richtlijn; richtsnoer; verordening; voorschrift; wet
regulations discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht reglementen; statuten
rules discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht regelgeving; regularisatie; wetten
science discipline discipline; tak van wetenschap
submission discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht gehoorzaamheid; inzending; onderwerping; submissie
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
discipline geselen; kastijden; tuchtigen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
defining definiërend; omschrijvend

Verwante woorden van "discipline":

  • disciplines

Wiktionary: discipline

discipline
Cross Translation:
FromToVia
• discipline → discipline; scourge ↔ discipline — (vieilli) méthode d’instruction et d’éducation.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0993 seconde
Page rendered in 1.0 seconds