Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. doorbell:
  2. door bell:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor doorbell (Engels) in het Nederlands

doorbell:

doorbell [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the doorbell (bell)
    de bel; de schel
    • bel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • schel [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor doorbell:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bel bell; doorbell
schel bell; doorbell
- bell; buzzer
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schel shrill

Verwante woorden van "doorbell":


Synoniemen voor "doorbell":


Verwante definities voor "doorbell":

  1. a push button at an outer door that gives a ringing or buzzing signal when pushed1

Wiktionary: doorbell


Cross Translation:
FromToVia
doorbell bel; rinkelbel; schel; klok sonnetteclochette dont on se servir pour appeler ou pour avertir.

door bell:

door bell [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the door bell
    de deurbel
    • deurbel [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor door bell:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deurbel door bell

Verwante vertalingen van doorbell