Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. elderly:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor elderly:
    • bejaarden


Engels

Uitgebreide vertaling voor elderly (Engels) in het Nederlands

elderly:

elderly [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the elderly (aged)
    de ouwe; de bejaarde
    • ouwe [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bejaarde [de ~] zelfstandig naamwoord

elderly bijvoeglijk naamwoord

  1. elderly (aged; old)
    bejaard; ouwelijk
  2. elderly
    oudere
    • oudere bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor elderly:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bejaarde aged; elderly elderly person
oudere aged person; elderly person; senior; senior citizen
ouwe aged; elderly
- aged
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bejaard aged; elderly; old aged
ouwelijk aged; elderly; old
- aged; older; senior
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oudere elderly

Synoniemen voor "elderly":


Antoniemen van "elderly":


Verwante definities voor "elderly":

  1. advanced in years; (`aged' is pronounced as two syllables)1
    • elderly residents could remember the construction of the first skyscraper1
  2. people who are old collectively1

Wiktionary: elderly

elderly
adjective
  1. old

Cross Translation:
FromToVia
elderly bejaard betagt — geh.|: in vorgerücktem Alter

Verwante vertalingen van elderly