Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor embark (Engels) in het Nederlands

embark:

to embark werkwoord (embarks, embarked, embarking)

  1. to embark
    aan boord gaan; inschepen; scheep gaan
    • aan boord gaan werkwoord (ga aan boord, gaat aan boord, ging aan boord, gingen aan boord, aan boord gegaan)
    • inschepen werkwoord (scheep in, scheept in, scheepte in, scheepten in, ingescheept)
    • scheep gaan werkwoord (ga scheep, gaat scheep, ging scheep, gingen scheep, scheep gegaan)
  2. to embark (climb aboard; go on board; go aboard; get in; ship)
    aan boord gaan; aan boord klimmen
    • aan boord gaan werkwoord (ga aan boord, gaat aan boord, ging aan boord, gingen aan boord, aan boord gegaan)
    • aan boord klimmen werkwoord (klim aan boord, klimt aan boord, klom aan boord, klommen aan boord, aan boord geklommen)
  3. to embark (ship; go aboard; get in; climb aboard)
    verschepen
    • verschepen werkwoord (verscheep, verscheept, verscheepte, verscheepten, verscheept)
  4. to embark (start)
    van wal steken; van wal gaan

Conjugations for embark:

present
  1. embark
  2. embark
  3. embarks
  4. embark
  5. embark
  6. embark
simple past
  1. embarked
  2. embarked
  3. embarked
  4. embarked
  5. embarked
  6. embarked
present perfect
  1. have embarked
  2. have embarked
  3. has embarked
  4. have embarked
  5. have embarked
  6. have embarked
past continuous
  1. was embarking
  2. were embarking
  3. was embarking
  4. were embarking
  5. were embarking
  6. were embarking
future
  1. shall embark
  2. will embark
  3. will embark
  4. shall embark
  5. will embark
  6. will embark
continuous present
  1. am embarking
  2. are embarking
  3. is embarking
  4. are embarking
  5. are embarking
  6. are embarking
subjunctive
  1. be embarked
  2. be embarked
  3. be embarked
  4. be embarked
  5. be embarked
  6. be embarked
diverse
  1. embark!
  2. let's embark!
  3. embarked
  4. embarking
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor embark:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verschepen shipping
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aan boord gaan climb aboard; embark; get in; go aboard; go on board; ship
aan boord klimmen climb aboard; embark; get in; go aboard; go on board; ship
inschepen embark
scheep gaan embark
van wal gaan embark; start sail; set sail
van wal steken embark; start
verschepen climb aboard; embark; get in; go aboard; ship
- enter; ship; venture
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- engage in; enter into; get mixed up in; import by ship; ship

Verwante woorden van "embark":


Synoniemen voor "embark":


Antoniemen van "embark":


Verwante definities voor "embark":

  1. set out on (an enterprise or subject of study)1
    • she embarked upon a new career1
  2. go on board1
  3. proceed somewhere despite the risk of possible dangers1

Wiktionary: embark

embark
verb
  1. to start
embark
verb
  1. aan boord gaan van een schip voor een reis ermee