Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. entrust:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor entrust (Engels) in het Nederlands

entrust:

to entrust werkwoord (entrusts, entrusted, entrusting)

  1. to entrust
    toevertrouwen
    • toevertrouwen werkwoord (vertrouw toe, vertrouwt toe, vertrouwde toe, vertrouwden toe, toevertrouwd)

Conjugations for entrust:

present
  1. entrust
  2. entrust
  3. entrusts
  4. entrust
  5. entrust
  6. entrust
simple past
  1. entrusted
  2. entrusted
  3. entrusted
  4. entrusted
  5. entrusted
  6. entrusted
present perfect
  1. have entrusted
  2. have entrusted
  3. has entrusted
  4. have entrusted
  5. have entrusted
  6. have entrusted
past continuous
  1. was entrusting
  2. were entrusting
  3. was entrusting
  4. were entrusting
  5. were entrusting
  6. were entrusting
future
  1. shall entrust
  2. will entrust
  3. will entrust
  4. shall entrust
  5. will entrust
  6. will entrust
continuous present
  1. am entrusting
  2. are entrusting
  3. is entrusting
  4. are entrusting
  5. are entrusting
  6. are entrusting
subjunctive
  1. be entrusted
  2. be entrusted
  3. be entrusted
  4. be entrusted
  5. be entrusted
  6. be entrusted
diverse
  1. entrust!
  2. let's entrust!
  3. entrusted
  4. entrusting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor entrust:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
toevertrouwen deposit at; entrust to; leave with; lodge with; taking someone into one's confidence; trust
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
toevertrouwen entrust
- commit; confide; intrust; leave; trust
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- deliver up

Verwante woorden van "entrust":

  • entrusting

Synoniemen voor "entrust":


Verwante definities voor "entrust":

  1. confer a trust upon1
    • The messenger was entrusted with the general's secret1
  2. put into the care or protection of someone1

Wiktionary: entrust

entrust
verb
  1. To trust to the care of
entrust
verb
  1. diensten, kennis, goederen etc. delen of beschikbaarstellen aan een betrouwbaar persoon

Cross Translation:
FromToVia
entrust laden; belasten met; opdracht geven; opdragen chargergarnir d’une charge.
entrust vertrouwen; toevertrouwen; vertrouwen hebben in; ontboezemen confier — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van entrust