Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. goal:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor goal:
    • streefdoel
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. goal:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor goal (Engels) in het Nederlands

goal:

goal [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the goal (objective; effort; intention; )
    het doel; de inzet; het streven; het doeleinde
    • doel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • inzet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • streven [het ~] zelfstandig naamwoord
    • doeleinde [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. the goal (objective; target)
    de doelstelling
  3. the goal (hit; winner)
    het doelpunt; de goal; de treffer
    • doelpunt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • goal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • treffer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. the goal (intention; aim; design; idea)
    de intentie; het voornemen; de moedwil
    • intentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • voornemen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • moedwil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. the goal (intention; objective)
    het oogmerk
    • oogmerk [het ~] zelfstandig naamwoord
  6. the goal (objective; scheme; intention)
    de toeleg
    • toeleg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  7. the goal
    de doeltrap
    • doeltrap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor goal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doel dedication; devotion; effort; exertion; goal; intention; objective; scheme; target aim; aiming at; aiming for; destination; drift; final destination; intention; meaning; object; objective; purpose; strive for; target; target value; terminus; ultimate goal; use
doeleinde dedication; devotion; effort; exertion; goal; intention; objective; scheme; target
doelpunt goal; hit; winner
doelstelling goal; objective; target objective
doeltrap goal
goal goal; hit; winner goal post
intentie aim; design; goal; idea; intention aiming at; aiming for; strive for
inzet dedication; devotion; effort; exertion; goal; intention; objective; scheme; target ambition; ante; application; assiduousness; beginning; cash for playing; commencement; dedication; devotion; diligence; inset; opening; outset; passion; pool; stakes; start; usage; use; wee-wee
moedwil aim; design; goal; idea; intention
oogmerk goal; intention; objective
streven dedication; devotion; effort; exertion; goal; intention; objective; scheme; target aiming at; aiming for; ambition; diligence; strive for
toeleg goal; intention; objective; scheme
treffer goal; hit; winner bit of good luck; chance hit; fluke; hit; smash; smash hit; smasher; stroke of luck; winner
voornemen aim; design; goal; idea; intention intention; will; wish
- destination; end; finish
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
streven aim at; aspire; aspire to; devote oneself to; seek; strive after; strive for; work for; work towards
voornemen resolve

Verwante woorden van "goal":

  • goals

Synoniemen voor "goal":


Verwante definities voor "goal":

  1. a successful attempt at scoring1
    • the winning goal came with less than a minute left to play1
  2. game equipment consisting of the place toward which players of a game try to advance a ball or puck in order to score points1
  3. the state of affairs that a plan is intended to achieve and that (when achieved) terminates behavior intended to achieve it1
  4. the place designated as the end (as of a race or journey)1
  5. An objective that the persona is attempting to achieve. A system helps the persona reach these goals.2

Wiktionary: goal

goal
noun
  1. point(s) scored
  2. (sport) act of placing the object into the goal
  3. in many sports, an area into which the players attempt to put an object
  4. result one is attempting to achieve
goal
noun
  1. sport|nld punt dat men bij spelen, met name voetbal, behaalt, wanneer de bal of een ander voorwerp waarmee gespeeld wordt, door het doelvlak van de tegenstander gaat

Cross Translation:
FromToVia
goal doel; meet ZielAusrichtung oder Endpunkt einer Bestrebung
goal doel; doelstelling; oogmerk but — Objectif.
goal doel; bedoeling; strekking; plan; toeleg; voornemen; zin; doelstelling; doelwit; honk; wit dessein — Intention d’exécuter quelque chose (sens général)

Verwante vertalingen van goal



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor goal (Nederlands) in het Engels

goal:

goal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de goal (doelpunt; treffer)
    the goal; the hit; the winner
    • goal [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • winner [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de goal (doel bij voetbalwedstrijd; doelwit)
    the goal post

Vertaal Matrix voor goal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
goal doelpunt; goal; treffer doel; doeleinde; doelstelling; doeltrap; intentie; inzet; moedwil; oogmerk; streven; toeleg; voornemen
goal post doel bij voetbalwedstrijd; doelwit; goal
hit doelpunt; goal; treffer aanrijding; bestseller; botsing; collisie; hit; kasstuk; klapper; kraker; raakschot; schlager; schot in de roos; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer
winner doelpunt; goal; treffer hit; kasstuk; klapper; kraker; overwinnaar; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer; triomfator; winnaar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hit beroeren; een klap geven; hard slaan; hengsten; meppen; ontroeren; raken; slaan; timmeren; treffen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hit aangeschoten; geslagen; getroffen

Verwante woorden van "goal":

  • goals, goaltje, goaltjes

Wiktionary: goal

goal
noun
  1. in many sports, an area into which the players attempt to put an object