Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: hang up

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: hang up

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

hang-up:
- obsessie; dwanggedachte; dwangvoorstelling
hang up:
- ophangen; opknopen; opprikken
Hang Up:
- Ophangen
Wiktionary:
- hang up → ophangen
- hang up → ophangen

Engels

Uitgebreide vertaling voor hang up (Engels) in het Nederlands

hang-up:

hang-up [the ~] zelfstandig naamwoord

the hang-up (obsession)
de obsessie; de dwanggedachte; de dwangvoorstelling
- obsessie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- dwanggedachte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- dwangvoorstelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hang-up:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dwanggedachte	hang-up; obsession
dwangvoorstelling	hang-up; obsession	fixed idea; obsession
obsessie	hang-up; obsession	obsession; passion; zeal
-	hitch; rub; snag

Synoniemen voor "hang-up":

preoccupation
hitch; rub; snag; obstacle; obstruction

Verwante definities voor "hang-up":

an unforeseen obstacle¹
an emotional preoccupation¹

hang up:

to hang up werkwoord (hangs up, hung up, hanging up)

to hang up (hang)
ophangen; opknopen
- ophangen werkwoord (hang op, hangt op, hing op, hingen op, opgehangen)
- opknopen werkwoord (knoop op, knoopt op, knoopte op, knoopten op, opgeknoopt)
to hang up (pin up; fork; prick)
opprikken
- opprikken werkwoord (prik op, prikt op, prikte op, prikten op, opgeprikt)

Conjugations for hang up:

present

hang up
hang up
hangs up
hang up
hang up
hang up

simple past

hung up
hung up
hung up
hung up
hung up
hung up

present perfect

have hung up
have hung up
has hung up
have hung up
have hung up
have hung up

past continuous

was hanging up
were hanging up
was hanging up
were hanging up
were hanging up
were hanging up

future

shall hang up
will hang up
will hang up
shall hang up
will hang up
will hang up

continuous present

am hanging up
are hanging up
is hanging up
are hanging up
are hanging up
are hanging up

subjunctive

be hung up
be hung up
be hung up
be hung up
be hung up
be hung up

diverse

hang up!
let's hang up!
hung up
hanging up

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor hang up:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ophangen		hanging up; suspension
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ophangen	hang; hang up	hang on; suspend from
opknopen	hang; hang up
opprikken	fork; hang up; pin up; prick
-	hang
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	suspend

Synoniemen voor "hang up":

Verwante definities voor "hang up":

interrupt a telephone conversation¹
put a telephone receiver back in its cradle¹
cause to be hanging or suspended¹

Wiktionary: hang up

hang up

verb

een telefoongesprek beëindigen
- ophangen → hang up

Cross Translation:

From	To	Via
• hang up	→ ophangen	↔ raccrocher — Raccrocher le combiné du téléphone

Hang Up:

Hang Up [the ~] zelfstandig naamwoord

the Hang Up

– A button on Audio Controls and Phone Controls that disconnects the current call. ²
Ophangen
- Ophangen werkwoord

Vertaal Matrix voor Hang Up:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Ophangen	Hang Up

Verwante definities voor "Hang Up":

A button on Audio Controls and Phone Controls that disconnects the current call.²

Verwante vertalingen van hang up

hang
up