Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor luck (Engels) in het Nederlands

luck:

luck [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the luck (bliss; happiness; joy)
    het geluk; geluk hebbend; de bof
    • geluk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geluk hebbend [znw.] zelfstandig naamwoord
    • bof [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the luck (windfall; fortune)
    het fortuintje

Vertaal Matrix voor luck:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bof bliss; happiness; joy; luck mumps
fortuintje fortune; luck; windfall
geluk bliss; happiness; joy; luck be happy
geluk hebbend bliss; happiness; joy; luck
- chance; circumstances; destiny; fate; fortune; hazard; lot; portion
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- chance; hazard

Verwante woorden van "luck":

  • lucks

Synoniemen voor "luck":


Verwante definities voor "luck":

  1. an unknown and unpredictable phenomenon that causes an event to result one way rather than another1
    • bad luck caused his downfall1
  2. an unknown and unpredictable phenomenon that leads to a favorable outcome1
    • it was my good luck to be there1
    • they say luck is a lady1
  3. your overall circumstances or condition in life (including everything that happens to you)1
    • the luck of the Irish1

Wiktionary: luck

luck
noun
  1. something that happens to someone by chance
luck
noun
  1. geluk, mazzel
  2. prettige loop van de omstandigheid

Cross Translation:
FromToVia
luck fortuin; lot; levenslot; bestemming; lotsbestemming; voorland destinéedestin particulier d’une personne ou d’une chose.
luck geluk; fortuin; fortuinlijkheid; lot; levenslot; rijkdom fortunehasard, chance.
luck geluk; meevaller heur — littéraire|fr (vieilli) bonne fortune, chance heureux.

Verwante vertalingen van luck