Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. manner:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor manner (Engels) in het Nederlands

manner:

manner [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the manner (method; way; methodology; mode; course)
    de methode; de manier; de handelwijze; de wijze; de procedure; de wijs; de trant
    • methode [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • manier [de ~] zelfstandig naamwoord
    • handelwijze [de ~] zelfstandig naamwoord
    • wijze [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • procedure [de ~] zelfstandig naamwoord
    • wijs [de ~] zelfstandig naamwoord
    • trant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor manner:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
handelwijze course; manner; method; methodology; mode; way bearing; behavior; behaviour; conduct; demeanor; demeanour; deportment; way of behaving
manier course; manner; method; methodology; mode; way bearing; behavior; behaviour; conduct; demeanor; demeanour; deportment; way of behaving
methode course; manner; method; methodology; mode; way manufacturing process; method; method of working; mode of operation; operation procedure; procedure; routine; system; working method
procedure course; manner; method; methodology; mode; way case; lawsuit; legal suit; procedure; proceedings; trial
trant course; manner; method; methodology; mode; way
wijs course; manner; method; methodology; mode; way air; ballad; ditty; melody; song; tune
wijze course; manner; method; methodology; mode; way Master of Science; man of learning; scholar; scientist; university man
- fashion; mode; personal manner; style; way
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wijs academic; bright; clever; educated; erudite; fantastic; intelligent; learned; lettered; marvellous; marvelous; right-thinking; sage; sane; scholarly; sensible; smart; terrific; university-educated; very learned; well-educated; well-read; wise

Verwante woorden van "manner":


Synoniemen voor "manner":


Verwante definities voor "manner":

  1. a way of acting or behaving1
  2. how something is done or how it happens1
    • her dignified manner1
    • his rapid manner of talking1
  3. a kind1
    • what manner of man are you?1

Wiktionary: manner

manner
noun
  1. behavior
  2. way of performing or effecting; method or style
manner
noun
  1. gedragslijn, opstelling
  2. de handelswijze

Cross Translation:
FromToVia
manner manier Maniernur Singular: Art und Weise, Stil, Eigenart
manner manier; wijze WeiseArt, Methode, Art und Weise
manner manier façon — Action de faire
manner manier; trant; wijze manièrefaçon dont une chose se produire.

Verwante vertalingen van manner