Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. mint:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. minnen:


Engels

Uitgebreide vertaling voor mint (Engels) in het Nederlands

mint:

to mint werkwoord (mints, minted, minting)

  1. to mint (strike coins; coin)
    munten
    • munten werkwoord (munt, muntte, muntten, gemunt)
  2. to mint (coin)
    aanmunten
    • aanmunten werkwoord (munt aan, muntte aan, muntten aan, aangemunt)

Conjugations for mint:

present
  1. mint
  2. mint
  3. mints
  4. mint
  5. mint
  6. mint
simple past
  1. minted
  2. minted
  3. minted
  4. minted
  5. minted
  6. minted
present perfect
  1. have minted
  2. have minted
  3. has minted
  4. have minted
  5. have minted
  6. have minted
past continuous
  1. was minting
  2. were minting
  3. was minting
  4. were minting
  5. were minting
  6. were minting
future
  1. shall mint
  2. will mint
  3. will mint
  4. shall mint
  5. will mint
  6. will mint
continuous present
  1. am minting
  2. are minting
  3. is minting
  4. are minting
  5. are minting
  6. are minting
subjunctive
  1. be minted
  2. be minted
  3. be minted
  4. be minted
  5. be minted
  6. be minted
diverse
  1. mint!
  2. let's mint!
  3. minted
  4. minting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor mint:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- mint candy
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmunten coin; mint
munten coin; mint; strike coins
- coin; strike

Verwante woorden van "mint":

  • minting

Synoniemen voor "mint":


Verwante definities voor "mint":

  1. as if new1
    • in mint condition1
  2. a plant where money is coined by authority of the government1
  3. a candy that is flavored with a mint oil1
  4. the leaves of a mint plant used fresh or candied1
  5. any member of the mint family of plants1
  6. any north temperate plant of the genus Mentha with aromatic leaves and small mauve flowers1
  7. form by stamping, punching, or printing1

Wiktionary: mint

mint
noun
  1. herb flavouring
  2. plant
  3. large amount of money
  4. money-producing building or institution
adjective
  1. numismatics: near-perfect
  2. of condition, as new
verb
  1. to reproduce coins
mint
noun
  1. een plant met sterk aromatische blaadjes waarvan muntthee wordt getrokken, ze worden ook als keukenkruid gebruikt

Cross Translation:
FromToVia
mint kruisemunt MinzeBotanik, im Singular: ein Vertreter der Minzen
mint postfris postfrischPhilatelie über Briefmarken: unbenutzt und makellos, wie sie von der Post ausgegeben werden
mint munt; kruizemunt; pepermunt menthe — (botanique) plante odoriférante, de la famille des labiées.

Verwante vertalingen van mint



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor mint (Nederlands) in het Engels

mint vorm van minnen:

minnen werkwoord (min, mint, minde, minden, gemind)

  1. minnen (beminnen)
    to love
    • love werkwoord (loves, loved, loving)
  2. minnen (vrijen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; beminnen)
    to make love; to love
    – have sexual intercourse with 1
    • make love werkwoord (makes love, made love, making love)
    • love werkwoord (loves, loved, loving)
    to cuddle
    – hold (a person or thing) close, as for affection, comfort, or warmth 1
    • cuddle werkwoord (cuddles, cuddled, cuddling)
      • I cuddled the baby1
    to neck
    – kiss, embrace, or fondle with sexual passion 1
    • neck werkwoord (necks, necked, necking)
      • The couple were necking in the back seat of the car1
    to caress
    – touch or stroke lightly in a loving or endearing manner 1
    • caress werkwoord (caresss, caressed, caressing)
      • He caressed her face1

Conjugations for minnen:

o.t.t.
  1. min
  2. mint
  3. mint
  4. minnen
  5. minnen
  6. minnen
o.v.t.
  1. minde
  2. minde
  3. minde
  4. minden
  5. minden
  6. minden
v.t.t.
  1. heb gemind
  2. hebt gemind
  3. heeft gemind
  4. hebben gemind
  5. hebben gemind
  6. hebben gemind
v.v.t.
  1. had gemind
  2. had gemind
  3. had gemind
  4. hadden gemind
  5. hadden gemind
  6. hadden gemind
o.t.t.t.
  1. zal minnen
  2. zult minnen
  3. zal minnen
  4. zullen minnen
  5. zullen minnen
  6. zullen minnen
o.v.t.t.
  1. zou minnen
  2. zou minnen
  3. zou minnen
  4. zouden minnen
  5. zouden minnen
  6. zouden minnen
en verder
  1. ben gemind
  2. bent gemind
  3. is gemind
  4. zijn gemind
  5. zijn gemind
  6. zijn gemind
diversen
  1. min!
  2. mint!
  3. gemind
  4. minnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor minnen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caress aai; aaiing; aanhalen; aanhaling; gestreel; knuffel; liefkozing; streling; vleien
cuddle aanhalen; aanhaling; liefkozing; streling
love beminde; duifje; geliefde; genegenheid; innigheid; kindlief; liefde; liefje; liefste; lieve; lieveling; lieverd; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoepje; snoes; vriendin
neck hals; nek
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caress beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen aaien; knuffelen; knuffen; kozen; liefkozen; strelen
caress each other beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen
cuddle beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen afpakken; aftroggelen; bietsen; gappen; grissen; inpikken; knuffelen; kozen; liefkozen; omarmen; omhelzen; omstrengelen; ontfutselen; pikken
love beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen aanstaan; behagen; beminnen; bevallen; gelieven; houden van; liefhebben; plezieren
make love beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen de liefde bedrijven; neuken; paren; sexuele gemeenschap hebben; vrijen
neck beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen

Verwante woorden van "minnen":