Necessity: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

necessity:
- noodzaak; elementaire zaak; behoeftigheid; nood; noodwendigheid; levensbehoefte; levensbenodigdheid
Wiktionary:
- necessity → noodzaak, nood

Engels

Uitgebreide vertaling voor necessity (Engels) in het Nederlands

the necessity (elementary matter; essential; emergency)
de noodzaak; elementaire zaak
- noodzaak [de ~] zelfstandig naamwoord
- elementaire zaak [znw.] zelfstandig naamwoord
the necessity (need; destitution; disaster; adversity)
de behoeftigheid; de nood; de noodwendigheid
- behoeftigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- nood [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- noodwendigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the necessity (necessity of life; sustenance)
de levensbehoefte; levensbenodigdheid
- levensbehoefte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- levensbenodigdheid [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
behoeftigheid	adversity; destitution; disaster; necessity; need	destitution; indigentness; need; neediness; of limited means; poorness
elementaire zaak	elementary matter; emergency; essential; necessity
levensbehoefte	necessity; necessity of life; sustenance
levensbenodigdheid	necessity; necessity of life; sustenance
nood	adversity; destitution; disaster; necessity; need	agony; crisis; emergency situation; helplessness; need; ordeal; pain; state of emergency; test; testing; torment; torture
noodwendigheid	adversity; destitution; disaster; necessity; need
noodzaak	elementary matter; emergency; essential; necessity
-	essential; necessary; requirement; requisite
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	necessary; necessary of life; needfulness; requisiteness

Cross Translation:

From	To	Via
• necessity	→ noodzaak	↔ Notwendigkeit — eine unvermeidliche Handlung oder Unterlassung, Entscheidung beziehungsweise Gegenstand
• necessity	→ nood; noodzaak	↔ nécessité — caractère de ce qui est absolument obligatoire, indispensable, de ce dont on ne peut se passer.