Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: occupant

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: occupant

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

occupant:
- reiziger; inzittende; passagier
Wiktionary:
- occupant → inzittende, bewoner

Engels

Uitgebreide vertaling voor occupant (Engels) in het Nederlands

occupant:

occupant [the ~] zelfstandig naamwoord

the occupant (passenger; traveller; traveler)
de reiziger
– iemand die een tocht maakt ¹
- reiziger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  - de reiziger kwam laat in het hotel aan¹
de inzittende
- inzittende [de ~] zelfstandig naamwoord
de passagier
– reiziger die meerijdt ¹
- passagier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  - ik kan drie passagiers meenemen in deze auto¹

Vertaal Matrix voor occupant:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
inzittende	occupant; passenger; traveler; traveller
passagier	occupant; passenger; traveler; traveller	traveller
reiziger	occupant; passenger; traveler; traveller
-	occupier; resident

Verwante woorden van "occupant":

occupants

Synoniemen voor "occupant":

resident; occupier; inhabitant; habitant; dweller; denizen; indweller

Antoniemen van "occupant":

nonresident

Verwante definities voor "occupant":

someone who lives at a particular place for a prolonged period or who was born there²

Wiktionary: occupant

occupant

noun

person sitting in a vehicle
- occupant → inzittende
owner or tenant
- occupant → bewoner