Engels

Uitgebreide vertaling voor oscillation (Engels) in het Nederlands

oscillation:

oscillation [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the oscillation (swell; swinging; sea)
    de zeegang; de wiegeling; de deining; de schommeling
    • zeegang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wiegeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • deining [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • schommeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. the oscillation
    de oscillatie
  3. the oscillation
    geslinger
  4. the oscillation
    klokkeslinger
  5. the oscillation (fluctuation; sway; swing; swinging; nutation)
    slingerende beweging; de zwaai; de slingering
  6. the oscillation (oscillating movement)
    de slingerbeweging

Vertaal Matrix voor oscillation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deining oscillation; sea; swell; swinging ado; backwash; commotion; fuss; song and dance; swell; to-do
geslinger oscillation
klokkeslinger oscillation
oscillatie oscillation
schommeling oscillation; sea; swell; swinging
slingerbeweging oscillating movement; oscillation
slingerende beweging fluctuation; nutation; oscillation; sway; swing; swinging
slingering fluctuation; nutation; oscillation; sway; swing; swinging
wiegeling oscillation; sea; swell; swinging
zeegang oscillation; sea; swell; swinging
zwaai fluctuation; nutation; oscillation; sway; swing; swinging
- cycle; vibration
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- oscillatory motion

Verwante woorden van "oscillation":


Synoniemen voor "oscillation":


Verwante definities voor "oscillation":

  1. a single complete execution of a periodically repeated phenomenon1
  2. (physics) a regular periodic variation in value about a mean1
  3. the process of oscillating between states1

Wiktionary: oscillation

oscillation
noun
  1. the act of oscillating
oscillation
noun
  1. oscillatie

oscillate:

to oscillate werkwoord (oscillates, oscillated, oscillating)

  1. to oscillate (swing; dangle; swing to and fro; rock)
    zwaaien; heen en weer zwaaien; slingeren; zwenken
    • zwaaien werkwoord (zwaai, zwaait, zwaaide, zwaaiden, gezwaaid)
    • slingeren werkwoord (slinger, slingert, slingerde, slingerden, geslingerd)
    • zwenken werkwoord (zwenk, zwenkt, zwenkte, zwenkten, gezwenkt)
  2. to oscillate

Conjugations for oscillate:

present
  1. oscillate
  2. oscillate
  3. oscillates
  4. oscillate
  5. oscillate
  6. oscillate
simple past
  1. oscillated
  2. oscillated
  3. oscillated
  4. oscillated
  5. oscillated
  6. oscillated
present perfect
  1. have oscillated
  2. have oscillated
  3. has oscillated
  4. have oscillated
  5. have oscillated
  6. have oscillated
past continuous
  1. was oscillating
  2. were oscillating
  3. was oscillating
  4. were oscillating
  5. were oscillating
  6. were oscillating
future
  1. shall oscillate
  2. will oscillate
  3. will oscillate
  4. shall oscillate
  5. will oscillate
  6. will oscillate
continuous present
  1. am oscillating
  2. are oscillating
  3. is oscillating
  4. are oscillating
  5. are oscillating
  6. are oscillating
subjunctive
  1. be oscillated
  2. be oscillated
  3. be oscillated
  4. be oscillated
  5. be oscillated
  6. be oscillated
diverse
  1. oscillate!
  2. let's oscillate!
  3. oscillated
  4. oscillating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor oscillate:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zwenken swinging rounds; turnabouts; turnarounds; turning
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heen en weer zwaaien dangle; oscillate; rock; swing; swing to and fro cradle; rock; roll; sway; swing
oscilleren oscillate
slingeren dangle; oscillate; rock; swing; swing to and fro cradle; dangle; fling about; rock; roll; sway; swing; throw
zwaaien dangle; oscillate; rock; swing; swing to and fro wave
zwenken dangle; oscillate; rock; swing; swing to and fro move out of the way; swing; turn; turn off; veer
- hover; vacillate; vibrate

Verwante woorden van "oscillate":


Synoniemen voor "oscillate":


Verwante definities voor "oscillate":

  1. move or swing from side to side regularly1
    • the needle on the meter was oscillating1
  2. be undecided about something; waver between conflicting positions or courses of action1
    • He oscillates between accepting the new position and retirement1

Wiktionary: oscillate

oscillate
verb
  1. oscilleren
  2. (ergatief)

Cross Translation:
FromToVia
oscillate oscilleren; schommelen; slingeren osciller — Se mouvoir alternativement en deux sens contraires.

Verwante vertalingen van oscillation