Radio: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

radio:
- radiotoestel; radio
Wiktionary:
- radio → radio
- radio → radio, stralen, uitstralen

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

radio:
- radio; radio set; wireless set; broadcast; radioprogramme
Wiktionary:
- radio → radio
- radio → radio, broadcast listener

Engels

Uitgebreide vertaling voor radio (Engels) in het Nederlands

radio:

radio [the ~] zelfstandig naamwoord

the radio (radio set; wireless set)
het radiotoestel; de radio
- radiotoestel [het ~] zelfstandig naamwoord
- radio [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor radio:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
radio	radio; radio set; wireless set	broadcast; radioprogramme
radiotoestel	radio; radio set; wireless set	radio equipment
-	radio receiver; radio set; radiocommunication; receiving set; tuner; wireless

Verwante woorden van "radio":

radios

Synoniemen voor "radio":

energy
radiocommunication; wireless; broadcasting
radio receiver; receiving set; radio set; tuner; receiver; receiving system
communication system
communicate; intercommunicate

Verwante definities voor "radio":

indicating radiation or radioactivity¹
- radiochemistry¹
a communication system based on broadcasting electromagnetic waves¹
an electronic receiver that detects and demodulates and amplifies transmitted signals¹
medium for communication¹
transmit messages via radio waves¹
- he radioed for help¹
Electromagnetic waves longer than about 0.3 mm (frequencies lower than about 1 THz). Radio is used to transmit a wide variety of signals, using various frequency ranges and types of modulation, such as AM and FM broadcasts, microwave relays, and television broadcasts.²
Audio signals transmitted over the Internet of quality comparable to those broadcast by commercial radio stations.²

Wiktionary: radio

radio

noun

receiver
- radio → radio

Cross Translation:

From	To	Via
• radio	→ radio	↔ Radio — ein elektronisches Gerät, mit dem Hörfunkprogramme empfangen werden können, beispielsweise Nachrichten- oder Musikkanäle
• radio	→ radio	↔ Radio — kein Plural: Programme, die mit einem Radio empfangen werden können
• radio	→ radio	↔ radio — Appareil émetteur et récepteur de radiocommunication
• radio	→ radio	↔ radio — Récepteur d’émissions radiophoniques
• radio	→ stralen; uitstralen	↔ rayonner — jeter, envoyer des rayons.

Verwante vertalingen van radio

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor radio (Nederlands) in het Engels

radio:

radio [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de radio (radiotoestel)
the radio; the radio set; the wireless set
- radio [the ~] zelfstandig naamwoord
- radio set [the ~] zelfstandig naamwoord
- wireless set [the ~] zelfstandig naamwoord
de radio (radioprogramma; uitzending)
the broadcast; the radioprogramme
- broadcast [the ~] zelfstandig naamwoord
- radioprogramme [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor radio:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
broadcast	radio; radioprogramma; uitzending	programma; uitzending
radio	radio; radiotoestel
radio set	radio; radiotoestel	radiokastje
radioprogramme	radio; radioprogramma; uitzending
wireless set	radio; radiotoestel
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
broadcast		nieuwsberichten omroepen; omroepen; programma uitzenden; uitzenden
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
broadcast		broadcast-

Verwante definities voor "radio":

toestel dat golven omzet in geluid³
- we luisterden naar een programma op de radio³

Wiktionary: radio

radio

noun

receiver
- radio → radio

Cross Translation:

From	To	Via
• radio	→ radio	↔ Radio — ein elektronisches Gerät, mit dem Hörfunkprogramme empfangen werden können, beispielsweise Nachrichten- oder Musikkanäle
• radio	→ radio	↔ Radio — kein Plural: Programme, die mit einem Radio empfangen werden können
• radio	→ radio	↔ radio — Appareil émetteur et récepteur de radiocommunication
• radio	→ radio; broadcast listener	↔ radio — Récepteur d’émissions radiophoniques

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: radio

Uitgebreide vertaling voor radio (Engels) in het Nederlands

radio:

radio [the ~] zelfstandig naamwoord

the radio (radio set; wireless set)

Vertaal Matrix voor radio:

Verwante woorden van "radio":

Synoniemen voor "radio":

Verwante definities voor "radio":

Wiktionary: radio

Verwante vertalingen van radio

Uitgebreide vertaling voor radio (Nederlands) in het Engels

radio:

radio [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de radio (radiotoestel)

de radio (radioprogramma; uitzending)

Vertaal Matrix voor radio:

Verwante definities voor "radio":

Wiktionary: radio

Verwante vertalingen van radio