Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. rasp:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. rasp:
  2. raspen:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor rasp (Engels) in het Nederlands

rasp:

rasp [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the rasp (grater)
    de rasp
    • rasp [de ~] zelfstandig naamwoord

to rasp werkwoord (rasps, rasped, rasping)

  1. to rasp
    rochelen; reutelen
    • rochelen werkwoord (rochel, rochelt, rochelde, rochelden, gerocheld)
    • reutelen werkwoord (reutel, reutelt, reutelde, reutelden, gereuteld)
  2. to rasp (scratch; scrape; screech; )
    zich krabben; krassen

Conjugations for rasp:

present
  1. rasp
  2. rasp
  3. rasps
  4. rasp
  5. rasp
  6. rasp
simple past
  1. rasped
  2. rasped
  3. rasped
  4. rasped
  5. rasped
  6. rasped
present perfect
  1. have rasped
  2. have rasped
  3. has rasped
  4. have rasped
  5. have rasped
  6. have rasped
past continuous
  1. was rasping
  2. were rasping
  3. was rasping
  4. were rasping
  5. were rasping
  6. were rasping
future
  1. shall rasp
  2. will rasp
  3. will rasp
  4. shall rasp
  5. will rasp
  6. will rasp
continuous present
  1. am rasping
  2. are rasping
  3. is rasping
  4. are rasping
  5. are rasping
  6. are rasping
subjunctive
  1. be rasped
  2. be rasped
  3. be rasped
  4. be rasped
  5. be rasped
  6. be rasped
diverse
  1. rasp!
  2. let's rasp!
  3. rasped
  4. rasping
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor rasp:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
krassen scraping; scratching; screeching
rasp grater; rasp
- rasping; wood file
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
krassen claw; grate; paw; rasp; scrape; scratch; screech
reutelen rasp
rochelen rasp
zich krabben claw; grate; paw; rasp; scrape; scratch; screech

Verwante woorden van "rasp":


Synoniemen voor "rasp":


Verwante definities voor "rasp":

  1. a coarse file with sharp pointed projections1
  2. uttering in an irritated tone1
  3. utter in a grating voice1
  4. scrape with a rasp1

Wiktionary: rasp


Cross Translation:
FromToVia
rasp kankeren; mopperen; morren; sputteren râler — Faire en respirer un bruit rauque causé par l’embarras des bronches. Il se dit particulièrement des agonisants.

Verwante vertalingen van rasp



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rasp (Nederlands) in het Engels

rasp:

rasp [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de rasp
    the grater; the rasp
    • grater [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rasp [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rasp:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grater rasp
rasp rasp
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rasp krassen; reutelen; rochelen; zich krabben

Verwante woorden van "rasp":


Wiktionary: rasp

rasp
noun
  1. A tool with which one grates
  2. tool similar to a rasp

raspen:

raspen werkwoord (rasp, raspt, raspte, raspten, geraspt)

  1. raspen (schaven; schuren)
    to grate; to plane; to smooth
    • grate werkwoord (grates, grated, grating)
    • plane werkwoord (planes, planed, planing)
    • smooth werkwoord (smooths, smoothed, smoothing)

Conjugations for raspen:

o.t.t.
  1. rasp
  2. raspt
  3. raspt
  4. raspen
  5. raspen
  6. raspen
o.v.t.
  1. raspte
  2. raspte
  3. raspte
  4. raspten
  5. raspten
  6. raspten
v.t.t.
  1. heb geraspt
  2. hebt geraspt
  3. heeft geraspt
  4. hebben geraspt
  5. hebben geraspt
  6. hebben geraspt
v.v.t.
  1. had geraspt
  2. had geraspt
  3. had geraspt
  4. hadden geraspt
  5. hadden geraspt
  6. hadden geraspt
o.t.t.t.
  1. zal raspen
  2. zult raspen
  3. zal raspen
  4. zullen raspen
  5. zullen raspen
  6. zullen raspen
o.v.t.t.
  1. zou raspen
  2. zou raspen
  3. zou raspen
  4. zouden raspen
  5. zouden raspen
  6. zouden raspen
en verder
  1. is geraspt
  2. zijn geraspt
diversen
  1. rasp!
  2. raspt!
  3. geraspt
  4. raspend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor raspen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grate raster; rastering; rasterwerk; rooster
plane schaaf; vliegtuig
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grate raspen; schaven; schuren afkrabben; knarsen; krassen; schrapen; schrappen; traliën; zich krabben
plane raspen; schaven; schuren planeren
smooth raspen; schaven; schuren afplatten; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; nivelleren; platmaken; politoeren; vlak maken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smooth effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; obsceen; plat; rimpelloos; schuin; smeuïg; strak; stromend; vies; vlak; vlakuit; vliedend; vloeiend; vlot; vunzig; zedeloos

Verwante woorden van "raspen":


Wiktionary: raspen

raspen
verb
  1. shred