Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. recipient:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. recipiënt:


Engels

Uitgebreide vertaling voor recipient (Engels) in het Nederlands

recipient:

recipient [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the recipient (receiver; addressee)
    de ontvanger; de recipiënt
  2. the recipient (receiver; addressee)
    de ontvanger; iemand aan wie iets gegeven wordt
  3. the recipient (receiver; consignee; addressee)
    de ontvanger; hij die ontvangt
  4. the recipient
    – The individual or account to whom an item is sent. 1
    de ontvanger

Vertaal Matrix voor recipient:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hij die ontvangt addressee; consignee; receiver; recipient
iemand aan wie iets gegeven wordt addressee; receiver; recipient
ontvanger addressee; consignee; receiver; recipient
recipiënt addressee; receiver; recipient
- receiver; recipient role

Verwante woorden van "recipient":

  • recipients

Synoniemen voor "recipient":

  • receiver; acquirer
  • recipient role; semantic role; participant role

Verwante definities voor "recipient":

  1. the semantic role of the animate entity that is passively involved in the happening denoted by the verb in the clause2
  2. a person who receives something2
  3. The individual or account to whom an item is sent.1

Wiktionary: recipient

recipient
noun
  1. one who receives
  2. individual receiving donor organs or tissues

Cross Translation:
FromToVia
recipient geadresseerde; ontvanger destinataire — Celui, celle qui doit recevoir un message.



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor recipient (Nederlands) in het Engels

recipiënt:

recipiënt [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de recipiënt (ontvanger)
    the recipient; the receiver; the addressee

Vertaal Matrix voor recipiënt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
addressee ontvanger; recipiënt bestemming; geadresseerde; hij die ontvangt; iemand aan wie iets gegeven wordt; ontvanger
receiver ontvanger; recipiënt bewindvoerder; handelaar in gestolen goederen; heler; hij die ontvangt; iemand aan wie iets gegeven wordt; ontvanger; telefoon; telefoontoestel
recipient ontvanger; recipiënt hij die ontvangt; iemand aan wie iets gegeven wordt; ontvanger

Verwante woorden van "recipiënt":

  • recipiënten