Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. shoemaker:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor shoemaker (Engels) in het Nederlands

shoemaker:

shoemaker [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the shoemaker (cobbler; shoe repairman)
    de schoenlapper; de schoenmaker

Vertaal Matrix voor shoemaker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schoenlapper cobbler; shoe repairman; shoemaker
schoenmaker cobbler; shoe repairman; shoemaker
- cobbler

Verwante woorden van "shoemaker":


Synoniemen voor "shoemaker":


Verwante definities voor "shoemaker":

  1. a person who makes or repairs shoes1

Wiktionary: shoemaker

shoemaker
noun
  1. a person who makes shoes
shoemaker
noun
  1. beroep|nld iemand die als vak schoenen repareert

Cross Translation:
FromToVia
shoemaker schoenmaker; schoenlapper cordonnierpersonne qui fabriquer et vendre des chaussures.
shoemaker schoenmaker; schoenlapper savetier — Celui dont le métier est de réparer les souliers