Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. spokesperson:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor spokesperson (Engels) in het Nederlands

spokesperson:

spokesperson [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the spokesperson (spokesman; representative; informant; )
    de woordvoerder; de zegsman
  2. the spokesperson (spokeswoman; mouthpiece; speaker)
    de woordvoerster

Vertaal Matrix voor spokesperson:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
woordvoerder Speaker; informant; informer; mouthpiece; rapporteur; representative; spokesman; spokesperson; spokeswoman
woordvoerster mouthpiece; speaker; spokesperson; spokeswoman
zegsman Speaker; informant; informer; mouthpiece; rapporteur; representative; spokesman; spokesperson; spokeswoman
- interpreter; representative; voice

Verwante woorden van "spokesperson":

  • spokespersons

Synoniemen voor "spokesperson":


Verwante definities voor "spokesperson":

  1. an advocate who represents someone else's policy or purpose1
    • the meeting was attended by spokespersons for all the major organs of government1

Wiktionary: spokesperson


Cross Translation:
FromToVia
spokesperson woordvoerder; zegsman; zegsvrouw porte-parole — Celui qui porter la parole, les revendications, les doléances, pour une assemblée, pour une compagnie, pour une personne.