Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. upon:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor upon (Engels) in het Nederlands

upon:

upon bijvoeglijk naamwoord

  1. upon (at; on; in; to; up)
    erop; bij; erbij
  2. upon (to; on; at; )
    aan
    • aan bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor upon:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bij bee; bumbling bee; honeybee
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erbij at; in; on; to; up; upon
erop at; in; on; to; up; upon
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
bij at
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aan at; in; on; onto; to; up; upon
bij at; in; on; to; up; upon

Wiktionary: upon

upon
en-prep
  1. being above and in contact with another
    • uponop
  2. being directly supported by another
    • uponop
  3. at a prescribed point in time

Cross Translation:
FromToVia
upon aan; aangaande; betreffende; bij; met; over; van; in; jegens; om; op; te; tot; voor; binnen; per; naar; tegen enTraductions à trier suivant le sens

up on:


Vertaal Matrix voor up on:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- abreast; au courant; au fait

Synoniemen voor "up on":

  • abreast; au courant; au fait; informed

Verwante definities voor "up on":

  1. being up to particular standard or level especially in being up to date in knowledge1
    • up on the news1

Verwante vertalingen van upon