Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. vaccine:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. vaccine:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor vaccine (Engels) in het Nederlands

vaccine:

vaccine [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the vaccine (vaccination)
    het vaccin; de vaccine; de entstof
    • vaccin [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vaccine [de ~] zelfstandig naamwoord
    • entstof [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. the vaccine
    het vaccin
    • vaccin [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vaccine:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entstof vaccination; vaccine
vaccin vaccination; vaccine
vaccine vaccination; vaccine
- vaccinum

Verwante woorden van "vaccine":

  • vaccines

Synoniemen voor "vaccine":

  • vaccinum; immunogen; immunizing agent

Verwante definities voor "vaccine":

  1. immunogen consisting of a suspension of weakened or dead pathogenic cells injected in order to stimulate the production of antibodies1

Wiktionary: vaccine

vaccine
noun
  1. substance that stimulates production of antibodies
vaccine
noun
  1. een entstof om afweer op te bouwen
  2. (medisch, nld) vaccin

Cross Translation:
FromToVia
vaccine vaccin ImpfstoffMedizin: Stoff, der dem Körper gegeben wird, um die Produktion von Antikörpern anzuregen und so eine Immunität gegen eine Krankheit zu erreichen



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vaccine (Nederlands) in het Engels

vaccine:

vaccine [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de vaccine (vaccin; entstof)
    the vaccine; the vaccination

Vertaal Matrix voor vaccine:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vaccination entstof; vaccin; vaccine inenting; vaccinatie
vaccine entstof; vaccin; vaccine vaccin

Verwante woorden van "vaccine":

  • vaccines

Wiktionary: vaccine

vaccine
noun
  1. (medisch, nld) vaccin