Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: violet

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: violet

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

violet:
- violet; lila; paars; purper; pimpelpaars; purperen
Wiktionary:
- violet → violet, viool, viooltje
- violet → violet
- violet → paars, pimpelpaars, violet, violetkleurig, viooltje

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

violet:
- violet; lilac; purple; lavender
Wiktionary:
- violet → stock, violet
- violet → violet
- violet → purple, violet, mauve

Engels

Uitgebreide vertaling voor violet (Engels) in het Nederlands

violet:

violet bijvoeglijk naamwoord

violet (lilac; purple; lavender)
violet; lila
- violet bijvoeglijk naamwoord
- lila bijvoeglijk naamwoord
violet (purple; lilac; lavender)
paars; purper; pimpelpaars
- paars bijvoeglijk naamwoord
- purper bijvoeglijk naamwoord
- pimpelpaars bijvoeglijk naamwoord
violet (purple; lilac; lavender)
purper; purperen
- purper bijvoeglijk naamwoord
- purperen bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor violet:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	reddish blue
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lila	lavender; lilac; purple; violet
paars	lavender; lilac; purple; violet
pimpelpaars	lavender; lilac; purple; violet
purper	lavender; lilac; purple; violet	purple
purperen	lavender; lilac; purple; violet
violet	lavender; lilac; purple; violet
-	purple; purplish

Synoniemen voor "violet":

purple; purplish; chromatic
viola
reddish blue; purple; purpleness

Verwante definities voor "violet":

of a color intermediate between red and blue¹
a variable color that lies beyond blue in the spectrum¹
any of numerous low-growing violas with small flowers¹

Wiktionary: violet

violet

noun

colour
- violet → violet
plant
- violet → viool; viooltje; violet

adjective

having a bluish-purple color
- violet → violet

Cross Translation:

From	To	Via
• violet	→ paars; pimpelpaars; violet; violetkleurig	↔ violet — D’une couleur qui rappelle celle de la violette, de l’améthyste et constitue l’une des couleurs en limite du spectre visible.
• violet	→ viooltje	↔ violette — (botanique) plante herbacées vivaces de la famille des Violacées appartenant au genre Viola.

Verwante vertalingen van violet

ultra-violet

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor violet (Nederlands) in het Engels

violet:

violet bijvoeglijk naamwoord

violet (lila)
violet; lilac; purple; lavender
- violet bijvoeglijk naamwoord
- lilac bijvoeglijk naamwoord
- purple bijvoeglijk naamwoord
- lavender bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor violet:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lavender		lavendel
lilac		sering; seringenboom
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lavender	lila; violet	paars; pimpelpaars; purper; purperen
lilac	lila; violet	paars; pimpelpaars; purper; purperen
purple	lila; violet	paars; pimpelpaars; purper; purperen
violet	lila; violet	paars; pimpelpaars; purper; purperen

Wiktionary: violet

violet

noun

genus of flowers
- stock → violier; violet
colour
- violet → violet
plant
- violet → viool; viooltje; violet

adjective

having a bluish-purple color
- violet → violet

Cross Translation:

From	To	Via
• violet	→ purple; violet; mauve	↔ violet — D’une couleur qui rappelle celle de la violette, de l’améthyste et constitue l’une des couleurs en limite du spectre visible.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University