Engels

Uitgebreide vertaling voor wealth (Engels) in het Nederlands

wealth:

wealth [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the wealth (richness)
    de rijkdom
    • rijkdom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the wealth (prosperity; welfare; well-being; affluence)
    het welzijn; de voorspoed; het heil
    • welzijn [het ~] zelfstandig naamwoord
    • voorspoed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • heil [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. the wealth (large sum of money; capital; fortune)
    de kapitaal; de fortuin; grote som geld
  4. the wealth (opulence; richness)
    de rijkheid
    • rijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wealth:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fortuin capital; fortune; large sum of money; wealth be happy
grote som geld capital; fortune; large sum of money; wealth
heil affluence; prosperity; wealth; welfare; well-being benediction; blessing; boon
kapitaal capital; fortune; large sum of money; wealth capital; finances; financial means; means
rijkdom richness; wealth
rijkheid opulence; richness; wealth
voorspoed affluence; prosperity; wealth; welfare; well-being benediction; blessing; boon
welzijn affluence; prosperity; wealth; welfare; well-being good health; health; healthiness
- riches; wealthiness
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
kapitaal capital

Synoniemen voor "wealth":


Antoniemen van "wealth":


Verwante definities voor "wealth":

  1. the quality of profuse abundance1
    • she has a wealth of talent1
  2. property that has economic utility: a monetary value or an exchange value1
  3. an abundance of material possessions and resources1
  4. the state of being rich and affluent; having a plentiful supply of material goods and money1
    • great wealth is not a sign of great intelligence1

Wiktionary: wealth

wealth
noun
  1. riches; valuable material possessions
  2. a great amount; an abundance or plenty, usually of money
  3. power, of the kind associated with a great deal of money
wealth
noun
  1. het bezitten van veel geld en goud

Cross Translation:
FromToVia
wealth overvloed; abundantie; onbekrompenheid; uitbundigheid; weligheid abondance — Grande quantité
wealth geluk; fortuin; fortuinlijkheid; lot; levenslot; rijkdom fortunehasard, chance.
wealth abundantie; overvloed profusiongrand abondance.
wealth rijkdom; luxe; vruchtbaarheid; weligheid richesseopulence, abondance de biens.

Verwante vertalingen van wealth