Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. wend:
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. wenden:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor wend (Engels) in het Nederlands

wend:


Synoniemen voor "wend":


Verwante definities voor "wend":

  1. direct one's course or way1
    • wend your way through the crowds1

Wiktionary: wend


Cross Translation:
FromToVia
wend gaan; karren; rijden; varen; lopen; van stapel lopen; verlopen; zich begeven; gesteld zijn; het maken allerse déplacer jusqu'à un endroit.



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wend (Nederlands) in het Engels

wenden:

wenden werkwoord (wend, wendt, wendde, wendden, gewend)

  1. wenden (draaien; zwenken)
    to swing; to turn; to veer
    • swing werkwoord (swings, swung, swinging)
    • turn werkwoord (turns, turned, turning)
    • veer werkwoord (veers, veered, veering)
  2. wenden (draaien; keren)
    to turn
    • turn werkwoord (turns, turned, turning)
  3. wenden (omdraaien; keren; draaien)
    to turn around; to turn
    • turn around werkwoord (turns around, turned around, turning around)
    • turn werkwoord (turns, turned, turning)

Conjugations for wenden:

o.t.t.
  1. wend
  2. wendt
  3. wendt
  4. wenden
  5. wenden
  6. wenden
o.v.t.
  1. wendde
  2. wendde
  3. wendde
  4. wendden
  5. wendden
  6. wendden
v.t.t.
  1. heb gewend
  2. hebt gewend
  3. heeft gewend
  4. hebben gewend
  5. hebben gewend
  6. hebben gewend
v.v.t.
  1. had gewend
  2. had gewend
  3. had gewend
  4. hadden gewend
  5. hadden gewend
  6. hadden gewend
o.t.t.t.
  1. zal wenden
  2. zult wenden
  3. zal wenden
  4. zullen wenden
  5. zullen wenden
  6. zullen wenden
o.v.t.t.
  1. zou wenden
  2. zou wenden
  3. zou wenden
  4. zouden wenden
  5. zouden wenden
  6. zouden wenden
diversen
  1. wend!
  2. wendt!
  3. gewend
  4. wendend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor wenden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
swing schommel; slingerende beweging; slingering; zwaai
turn beurt; bocht; draai; haspel; keer; keerpunt; kentering; klos; kromming; kromte; omdraaiing; ommekeer; ommezwaai; omwenteling; richtingsverandering; rondje; spelletje; spoel; verandering; wending; werktuig om garen te winden; winder; winding; zwenking
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
swing draaien; wenden; zwenken bengelen; heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen; zwaaien; zwenken
turn draaien; keren; omdraaien; wenden; zwenken afslaan; draaien; iets omdraaien; kantelen; kenteren; ombladeren; omkeren; omslaan; omtrekken; omwenden; rollen; ronddraaien; rondtollen; roteren; tollen; verbitteren; vergrammen; wentelen
turn around draaien; keren; omdraaien; wenden keren; omkeren; teruggaan; zich omdraaien
veer draaien; wenden; zwenken

Wiktionary: wenden

wenden
verb
  1. wenden
  2. zich tot een instantie wenden

Cross Translation:
FromToVia
wenden return; turn over; turn around; turn round; inside out; turn; revolve; whirl; relay; resend; send back; blend; mingle; mix; shuffle; invert; reverse retourneraller de nouveau en un lieu.
wenden turn; turn away; fire; sack; send out; endorse; transfer; swerve; veer virer — À trier