Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Italian:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor Italian (Engels) in het Nederlands

Italian:

Italian bijvoeglijk naamwoord

  1. Italian
    Italiaans
  2. Italian
    Italiaanse

Italian [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the Italian
    de Italiaan
    • Italiaan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Italian:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Italiaan Italian
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Italiaans Italian
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Italiaanse Italian

Verwante woorden van "Italian":

  • Italians

Verwante definities voor "Italian":

  1. of or pertaining to or characteristic of Italy or its people or culture or language1
    • Italian cooking1
  2. the Romance language spoken in Italy1
  3. a native or inhabitant of Italy1

Wiktionary: Italian

Italian
proper noun
  1. language
noun
  1. person
adjective
  1. of or pertaining to Italy
Italian
noun
  1. mannelijke persoon die uit Italië komt
  2. een Romaanse taal die wordt gesproken in Italië, San Marino, Vaticaanstad, Slovenië en Zwitserland
  3. vrouwelijke persoon die uit Italië komt

Cross Translation:
FromToVia
Italian Italiaan Italiener — ein Bewohner Italiens
Italian Italiaans italienisch — zum Volk der Italiener gehörig
Italian Italiaans italien — Relatif à la langue

Verwante vertalingen van Italian