Engels

Uitgebreide vertaling voor arrogant (Engels) in het Nederlands

arrogant:

arrogant bijvoeglijk naamwoord

  1. arrogant (presumptuous; supercilious; haughty; high-handed; superior)
    arrogant; hooghartig; verwaand; zelfingenomen; zelfgenoegzaam; uit de hoogte; neerbuigend; hautain; hovaardig; aanmatigend; hoogmoedig
  2. arrogant (presumptuous; haughty)
    arrogant; aanmatigend; hooghartig; hautain
  3. arrogant (self-satisfied; presumptuous; haughty; )
    zelfgenoegzaam; zelfingenomen; ijdel; verwaand; ingebeeld
  4. arrogant (haughty; proud)
    trots; arrogant; uit de hoogte; hoogmoedig; hovaardig; verwaand; neerbuigend
  5. arrogant (insolent; impudent; presumptuous; shameless; overbearing)
    onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos; aanmatigend

Vertaal Matrix voor arrogant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
trots haughtiness; high-spirit; high-spiritedness; honor; honour; pride; sense of honour; vanity
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmatigend arrogant; haughty; high-handed; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless; supercilious; superior
arrogant arrogant; haughty; high-handed; presumptuous; proud; supercilious; superior
hautain arrogant; haughty; high-handed; presumptuous; supercilious; superior
hooghartig arrogant; haughty; high-handed; presumptuous; supercilious; superior contemptuous; contumelious; depreciatory; derisive; derogatory; disdainful; disparaging; haughty; high-and-mighty; proud; scornful; slighting; sneering; supercilious
hoogmoedig arrogant; haughty; high-handed; presumptuous; proud; supercilious; superior
hovaardig arrogant; haughty; high-handed; presumptuous; proud; supercilious; superior
ijdel arrogant; condescending; haughty; overbearing; presumptuous; self-satisfied; stuck-up empty; for nothing; fruitless; futile; idle; in vain; to no avail; unused; vainly
ingebeeld arrogant; condescending; haughty; overbearing; presumptuous; self-satisfied; stuck-up fancied; fictitious; illusive; illusory; imaginary; pedantic
neerbuigend arrogant; haughty; high-handed; presumptuous; proud; supercilious; superior depreciatory; derogatory; disparaging; haughty; high-and-mighty; proud; slighting; supercilious
onbeschaamd arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless
onbeschoft arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless discourteous; ill-mannered; impertinent; impolite; indecent; insolent; loutish; oafish; offensive; rude
ongegeneerd arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless
respectloos arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless
trots arrogant; haughty; proud aristocratic; depreciatory; derogatory; disparaging; distinguished; eminent; glorious; grand; haughty; high-and-mighty; high-bred; lofty; majestic; majestically; pompous; prominent; proud; slighting; solemnly; supercilious; vigorous
verwaand arrogant; condescending; haughty; high-handed; overbearing; presumptuous; proud; self-satisfied; stuck-up; supercilious; superior bumptious; conceited; foppish; pedantic; swanky
zelfgenoegzaam arrogant; condescending; haughty; high-handed; overbearing; presumptuous; self-satisfied; stuck-up; supercilious; superior pedantic
zelfingenomen arrogant; condescending; haughty; high-handed; overbearing; presumptuous; self-satisfied; stuck-up; supercilious; superior pedantic
- chesty; self-important
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uit de hoogte arrogant; haughty; high-handed; presumptuous; proud; supercilious; superior depreciatory; derogatory; disparaging; haughty; high-and-mighty; proud; slighting; supercilious

Verwante woorden van "arrogant":

  • arrogantly

Synoniemen voor "arrogant":

  • chesty; self-important; proud

Verwante definities voor "arrogant":

  1. having or showing feelings of unwarranted importance out of overbearing pride1
    • an arrogant official1
    • arrogant claims1

Wiktionary: arrogant

arrogant
adjective
  1. having excessive pride
arrogant
adjective
  1. arrogant, pretentieus
  2. te veel met zichzelf ingenomen, verwaand
  3. zich boven anderen verheven voelend