Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal bargain

Vertaal bargain van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bargain:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor bargain (Engels) in het Nederlands

bargain:

bargain [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the bargain (offer; proposal; bid)
    de aanbieding; het koopje
    • aanbieding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • koopje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. the bargain (haggle; chaffer)
    de onderhandeling; marchandering
  3. the bargain (transaction; deal)
    de transactie; de deal; de zaak
    • transactie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • deal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zaak [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. the bargain (special offer; bid)
    speciale aanbieding; het koopje
  5. the bargain
    het spotkoopje
  6. the bargain (haggling)
    de knibbelarij; afpingelarij

to bargain werkwoord (bargains, bargained, bargaining)

  1. to bargain (negotiate; mediate; haggle; negociate)
    onderhandelen; afdingen; marchanderen; pingelen; sjacheren; afpingelen
    • onderhandelen werkwoord (onderhandel, onderhandelt, onderhandelde, onderhandelden, onderhandeld)
    • afdingen werkwoord (ding af, dingt af, dong af, dongen af, afgedongen)
    • marchanderen werkwoord (marchandeer, marchandeert, marchandeerde, marchandeerden, gemarchandeerd)
    • pingelen werkwoord (pingel, pingelt, pingelde, pingelden, gepingeld)
    • sjacheren werkwoord (sjacher, sjachert, sjacherde, sjacherden, gesjacherd)
    • afpingelen werkwoord (pingel af, pingelt af, pingelde af, pingelden af, afgepingeld)
  2. to bargain (haggle)
    afdingen; dingen
    • afdingen werkwoord (ding af, dingt af, dong af, dongen af, afgedongen)
    • dingen werkwoord (ding, dingt, dingde, dingden, gedingd)

Conjugations for bargain:

present
  1. bargain
  2. bargain
  3. bargains
  4. bargain
  5. bargain
  6. bargain
simple past
  1. bargained
  2. bargained
  3. bargained
  4. bargained
  5. bargained
  6. bargained
present perfect
  1. have bargained
  2. have bargained
  3. has bargained
  4. have bargained
  5. have bargained
  6. have bargained
past continuous
  1. was bargaining
  2. were bargaining
  3. was bargaining
  4. were bargaining
  5. were bargaining
  6. were bargaining
future
  1. shall bargain
  2. will bargain
  3. will bargain
  4. shall bargain
  5. will bargain
  6. will bargain
continuous present
  1. am bargaining
  2. are bargaining
  3. is bargaining
  4. are bargaining
  5. are bargaining
  6. are bargaining
subjunctive
  1. be bargained
  2. be bargained
  3. be bargained
  4. be bargained
  5. be bargained
  6. be bargained
diverse
  1. bargain!
  2. let's bargain!
  5. bargained
  6. bargaining
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor bargain:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanbieding bargain; bid; offer; proposal bid; delivery; introduction; offer; presentation; proposal
afdingen bartering; haggling; shady dealings
afpingelarij bargain; haggling bartering; haggling; shady dealings
deal bargain; deal; transaction
dingen articles; goods; items; stuff; things
knibbelarij bargain; haggling
koopje bargain; bid; offer; proposal; special offer
marchandering bargain; chaffer; haggle
onderhandeling bargain; chaffer; haggle
speciale aanbieding bargain; bid; special offer special offer
spotkoopje bargain
transactie bargain; deal; transaction transaction
zaak bargain; deal; transaction affair; article; business; business enterprise; case; commercial enterprise; company; concern; employment; enterprise; firm; gadget; good; industry; issue; item; matter; object; occupation; point of discussion; question; shop; thing
- buy; deal; steal
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdingen bargain; haggle; mediate; negociate; negotiate
afpingelen bargain; haggle; mediate; negociate; negotiate
dingen bargain; haggle
marchanderen bargain; haggle; mediate; negociate; negotiate
onderhandelen bargain; haggle; mediate; negociate; negotiate
pingelen bargain; haggle; mediate; negociate; negotiate
sjacheren bargain; haggle; mediate; negociate; negotiate
- dicker
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- bargain price; barter; compromise; contract; deal; special offer

Verwante woorden van "bargain":


Synoniemen voor "bargain":


Verwante definities voor "bargain":

  1. an agreement between parties (usually arrived at after discussion) fixing obligations of each1
    • he made a bargain with the devil1
  2. an advantageous purchase1
    • she got a bargain at the auction1
  3. come to terms; arrive at an agreement1
  4. negotiate the terms of an exchange1
    • We bargained for a beautiful rug in the bazaar1

Wiktionary: bargain

bargain
verb
  1. door onderhandelen een prijs omlaag zien te krijgen
Cross Translation:
FromToVia
• bargain → buitenkansje; koopje ↔ aubaine — (histoire) succession aux biens d’un étranger qui mourir dans un pays où il n’est pas naturaliser, dans l'Ancien Régime.
• bargain → afdingen; marchanderen; pingelen ↔ marchander — (sens 1)

Verwante vertalingen van bargain







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0508 seconde
Page rendered in 1.0 seconds