Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bash:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor bash (Engels) in het Nederlands

bash:

bash [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the bash (celebration; party; feast)
    de fuif
    • fuif [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. the bash (celebration; feast; feasting)
    de feestviering

Vertaal Matrix voor bash:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
feestviering bash; celebration; feast; feasting
fuif bash; celebration; feast; party
- bang; belt; brawl; do; knock; smash
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- bonk; bop; sock; whap; whop

Verwante woorden van "bash":

  • bashes

Synoniemen voor "bash":


Verwante definities voor "bash":

  1. a vigorous blow1
    • he took a bash right in his face1
  2. an uproarious party1
  3. hit hard1

Wiktionary: bash

bash
verb
  1. to strike
  2. to criticize
noun
  1. gala
  2. an attack
bash
verb
  1. ergens fors op slaan
  2. een klap uitdelen; met de arm of een vastgehouden voorwerp een snelle, rakende beweging maken
noun
  1. een harde klap

Verwante vertalingen van bash