Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. blackmailer:
  2. blackmail:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor blackmailer (Engels) in het Nederlands

blackmailer:

blackmailer [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the blackmailer (singer)
    de chanteur
    • chanteur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor blackmailer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chanteur blackmailer; singer
- extortioner; extortionist

Verwante woorden van "blackmailer":

  • blackmailers

Synoniemen voor "blackmailer":


Verwante definities voor "blackmailer":

  1. a criminal who extorts money from someone by threatening to expose embarrassing information about them1

Wiktionary: blackmailer


Cross Translation:
FromToVia
blackmailer zanger chanteur — Celui, celle qui chanter.

blackmail:

to blackmail werkwoord (blackmails, blackmailed, blackmailing)

  1. to blackmail (extort)
    chanteren; afpersen
    • chanteren werkwoord (chanteer, chanteert, chanteerde, chanteerden, gechanteerd)
    • afpersen werkwoord (pers af, perst af, perste af, persten af, afgeperst)

Conjugations for blackmail:

present
  1. blackmail
  2. blackmail
  3. blackmails
  4. blackmail
  5. blackmail
  6. blackmail
simple past
  1. blackmailed
  2. blackmailed
  3. blackmailed
  4. blackmailed
  5. blackmailed
  6. blackmailed
present perfect
  1. have blackmailed
  2. have blackmailed
  3. has blackmailed
  4. have blackmailed
  5. have blackmailed
  6. have blackmailed
past continuous
  1. was blackmailing
  2. were blackmailing
  3. was blackmailing
  4. were blackmailing
  5. were blackmailing
  6. were blackmailing
future
  1. shall blackmail
  2. will blackmail
  3. will blackmail
  4. shall blackmail
  5. will blackmail
  6. will blackmail
continuous present
  1. am blackmailing
  2. are blackmailing
  3. is blackmailing
  4. are blackmailing
  5. are blackmailing
  6. are blackmailing
subjunctive
  1. be blackmailed
  2. be blackmailed
  3. be blackmailed
  4. be blackmailed
  5. be blackmailed
  6. be blackmailed
diverse
  1. blackmail!
  2. let's blackmail!
  3. blackmailed
  4. blackmailing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

blackmail [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the blackmail (cheat)
    de chantage
    • chantage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor blackmail:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chantage blackmail; cheat
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afpersen blackmail; extort
chanteren blackmail; extort
- blackjack; pressure
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- extortion

Verwante woorden van "blackmail":

  • blackmailing, blackmails

Synoniemen voor "blackmail":


Verwante definities voor "blackmail":

  1. extortion of money by threats to divulge discrediting information1
  2. obtain through threats1
  3. exert pressure on someone through threats1

Wiktionary: blackmail

blackmail
verb
  1. to extort money
noun
  1. payment of money exacted by means of intimidation
blackmail
noun
  1. mensen onder voor de buitenwereld onzichtbare bedreiging zaken tegen hun wil laten doen
verb
  1. onder bedreiging een schandaal te veroorzaken iemand geld afhandig maken

Cross Translation:
FromToVia
blackmail afpersing Erpressung — illegales Erzwingen eines Verhaltens oder einer Leistung durch Androhung negativer Konsequenzen bei Nichterfüllung