Engels

Uitgebreide vertaling voor brighten (Engels) in het Nederlands

brighten:

to brighten werkwoord (brightens, brightened, brightening)

  1. to brighten (clear up; enlighten; clarify)
    opklaren; wolken verdwijnen
  2. to brighten (make happy; delight; gladden; )
    verheugd; verblijden; plezieren; in verrukking brengen; blij maken; verrukken
    • verheugd werkwoord
    • verblijden werkwoord (verblijd, verblijdt, verblijdde, verblijdden, verblijd)
    • plezieren werkwoord (plezier, pleziert, plezierde, plezierden, geplezierd)
    • in verrukking brengen werkwoord (breng in verrukking, brengt in verrukking, bracht in verrukking, brachten in verrukking, in verrukking gebracht)
    • blij maken werkwoord (maak blij, maakt blij, maakte blij, maakten blij, blij gemaakt)
    • verrukken werkwoord (verruk, verrukt, verrukte, verrukten, verrukt)
  3. to brighten (spruce up; cheer up)
    opkikkeren; opknappen
    • opkikkeren werkwoord (kikker op, kikkert op, kikkerde op, kikkerden op, opgekikkerd)
    • opknappen werkwoord (knap op, knapt op, knapte op, knapten op, opgeknapt)

Conjugations for brighten:

present
  1. brighten
  2. brighten
  3. brightens
  4. brighten
  5. brighten
  6. brighten
simple past
  1. brightened
  2. brightened
  3. brightened
  4. brightened
  5. brightened
  6. brightened
present perfect
  1. have brightened
  2. have brightened
  3. has brightened
  4. have brightened
  5. have brightened
  6. have brightened
past continuous
  1. was brightening
  2. were brightening
  3. was brightening
  4. were brightening
  5. were brightening
  6. were brightening
future
  1. shall brighten
  2. will brighten
  3. will brighten
  4. shall brighten
  5. will brighten
  6. will brighten
continuous present
  1. am brightening
  2. are brightening
  3. is brightening
  4. are brightening
  5. are brightening
  6. are brightening
subjunctive
  1. be brightened
  2. be brightened
  3. be brightened
  4. be brightened
  5. be brightened
  6. be brightened
diverse
  1. brighten!
  2. let's brighten!
  3. brightened
  4. brightening
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor brighten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blij maken brighten; charm; cheer; delight; enchant; fascinate; gladden; make happy; ravish cheer up; comfort; gladden; make someone glad; make someone happy; oblige someone with; please
in verrukking brengen brighten; charm; cheer; delight; enchant; fascinate; gladden; make happy; ravish
opkikkeren brighten; cheer up; spruce up
opklaren brighten; clarify; clear up; enlighten clarify; elucidate; exemplify; explain; expound; illustrate; make something accessible; make something clear; throw light on
opknappen brighten; cheer up; spruce up boost; fix up; jack up v; patch up; pep up; redevelop; refurbish; renew; renovate; resume
plezieren brighten; charm; cheer; delight; enchant; fascinate; gladden; make happy; ravish enjoy; love; please; pleasures; suit
verblijden brighten; charm; cheer; delight; enchant; fascinate; gladden; make happy; ravish
verheugd brighten; charm; cheer; delight; enchant; fascinate; gladden; make happy; ravish
verrukken brighten; charm; cheer; delight; enchant; fascinate; gladden; make happy; ravish
wolken verdwijnen brighten; clarify; clear up; enlighten
- clear; clear up; light up; lighten; lighten up
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verheugd delighted; glad; happy; pleased; satisfied
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
verrukken entrance

Verwante woorden van "brighten":

  • brightening, brightener, bright

Synoniemen voor "brighten":


Antoniemen van "brighten":


Verwante definities voor "brighten":

  1. make lighter or brighter1
    • The paint will brighten the room1
  2. become clear1

bright:

bright bijvoeglijk naamwoord

  1. bright (cheerful; enthusiastic; happy; )
    – characterized by happiness or gladness 1
    blijmoedig; vrolijk; levendig; opgetogen; zonnig; lustig; opgewekt; uitgelaten; fideel; jolig; monter; dartel; kwiek; welgemoed; wakker; fleurig; blijgeestig; blij; opgeruimd; geestig; kleurig
  2. bright (astute; clever; intelligent; )
    – characterized by quickness and ease in learning 1
    clever; slim; schrander; snugger; kien; uitgeslapen; pienter
  3. bright (sensible; wise; right-thinking; )
    – characterized by quickness and ease in learning 1
    verstandig; wijselijk; wijs; bedachtzaam; raadzaam; weldenkend; zinnig; correct; doordacht; pienter; nadenkend
  4. bright (trendy; fashionable; spry; )
    trendy; modieus; hip; flitsend; snel; vlot
    • trendy bijvoeglijk naamwoord
    • modieus bijvoeglijk naamwoord
    • hip bijvoeglijk naamwoord
    • flitsend bijvoeglijk naamwoord
    • snel bijvoeglijk naamwoord
    • vlot bijvoeglijk naamwoord
  5. bright (smart; perky; astute; )
    – characterized by quickness and ease in learning 1
    adrem; bijdehand; snedig; gevat; raak
    • adrem bijvoeglijk naamwoord
    • bijdehand bijvoeglijk naamwoord
    • snedig bijvoeglijk naamwoord
    • gevat bijvoeglijk naamwoord
    • raak bijvoeglijk naamwoord
  6. bright (clear; distinct; clear-cut; graphic)
    duidelijk; aanschouwelijk
  7. bright (handsome; smart)
    knap; leuk om te zien
  8. bright (colourful; cheerful; florid; colorful)
    – having striking color 1
    kleurrijk; fleurig
  9. bright (shiny; reflective; shining; phosphorescent)
    – emitting or reflecting light readily or in large amounts 1
    glimmend; blinkend
  10. bright (intelligent; smart; knowledgable; )
    – characterized by quickness and ease in learning 1
    intelligent; pienter; schrander
  11. bright (evident; obvious; clarifying; )
    zo klaar als een klontje; duidelijk; flagrant; overduidelijk; zonneklaar
  12. bright (colourful; blooming; florid; )
    – having striking color 1
    kleurig; bloeiend; fleurig
  13. bright (smart; clever; sharp)
    snugger
  14. bright (spirituous; lively; ardent; spirited)
    spiritueus

Vertaal Matrix voor bright:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vlot raft; timber raft; wooden raft
wakker guard; watchman
wijs air; ballad; course; ditty; manner; melody; method; methodology; mode; song; tune; way
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanschouwelijk bright; clear; clear-cut; distinct; graphic
bedachtzaam bright; clever; intelligent; right-thinking; sane; sensible; smart; wise cautious
bijdehand astute; bright; clever; perky; resourceful; sharp; smart; wily keen; sharp
blij amusing; animated; attentive; bright; buoyant; cheerful; clear; colorful; colourful; dependable; eager; eagre; enchanted; enthusiastic; festive; funny; gay; happy; jolly; joyful; joyous; merry; mystified; neat; passionate; pleasant; reliable; safe; spell bound; sunny; tidy; trusted; trustworthy; under enchantment; vibrant brisk; buoyant; bustling; cheerful; delighted; full of joy; gay; glad; happy; high-spirited; jolly; lively; merry; pleased; satisfied; sprightly; upbeat
blijgeestig amusing; animated; attentive; bright; buoyant; cheerful; clear; colorful; colourful; dependable; eager; eagre; enchanted; enthusiastic; festive; funny; gay; happy; jolly; joyful; joyous; merry; mystified; neat; passionate; pleasant; reliable; safe; spell bound; sunny; tidy; trusted; trustworthy; under enchantment; vibrant
blijmoedig amusing; animated; attentive; bright; buoyant; cheerful; clear; colorful; colourful; dependable; eager; eagre; enchanted; enthusiastic; festive; funny; gay; happy; jolly; joyful; joyous; merry; mystified; neat; passionate; pleasant; reliable; safe; spell bound; sunny; tidy; trusted; trustworthy; under enchantment; vibrant brisk; buoyant; bustling; cheerful; felicitous; full of joy; gay; glad; happy; high-spirited; in good spirits; jolly; joyful; lively; merry; pleased; satisfied; sprightly; upbeat
blinkend bright; phosphorescent; reflective; shining; shiny
correct bright; clever; intelligent; right-thinking; sane; sensible; smart; wise accurate; blameless; correct; faultless; impeccable; perfect; precise; right
dartel amusing; animated; attentive; bright; buoyant; cheerful; clear; colorful; colourful; dependable; eager; eagre; enchanted; enthusiastic; festive; funny; gay; happy; jolly; joyful; joyous; merry; mystified; neat; passionate; pleasant; reliable; safe; spell bound; sunny; tidy; trusted; trustworthy; under enchantment; vibrant brisk; buoyant; bustling; cheerful; frisky; full of joy; gay; happy; high-spirited; jolly; lively; merry; sprightly; upbeat
doordacht bright; clever; intelligent; right-thinking; sane; sensible; smart; wise well considered; well thought; well thought-out
duidelijk as clear as plain day-light; as plain as day; bright; clarifying; clear; clear as daylight; clear-cut; cooked; distinct; done; evident; flagrant; graphic; luminous; manifest; obvious; transparent clarifying; clear; comprehensible; concrete; directly; discernible; distinct; identifiable; intelligible; obvious; recognisable; recognizable; tangible; touchable; unambiguous; unburdened; understandable; unequivocal; unmistakable
fideel amusing; animated; attentive; bright; buoyant; cheerful; clear; colorful; colourful; dependable; eager; eagre; enchanted; enthusiastic; festive; funny; gay; happy; jolly; joyful; joyous; merry; mystified; neat; passionate; pleasant; reliable; safe; spell bound; sunny; tidy; trusted; trustworthy; under enchantment; vibrant fair; honest
flagrant as clear as plain day-light; as plain as day; bright; clarifying; clear; clear as daylight; clear-cut; cooked; distinct; done; evident; flagrant; luminous; manifest; obvious; transparent in flagrante delicto; red-handed
fleurig amusing; animated; attentive; blooming; bright; buoyant; cheerful; clear; colorful; colourful; dependable; eager; eagre; enchanted; enthusiastic; festive; florid; flowered; funny; gay; happy; jolly; joyful; joyous; merry; mystified; neat; passionate; pleasant; reliable; safe; spell bound; sunny; tidy; trusted; trustworthy; under enchantment; vibrant blooming; colorful; colourful; flourishing; healthy; prospering
geestig amusing; animated; attentive; bright; buoyant; cheerful; clear; colorful; colourful; dependable; eager; eagre; enchanted; enthusiastic; festive; funny; gay; happy; jolly; joyful; joyous; merry; mystified; neat; passionate; pleasant; reliable; safe; spell bound; sunny; tidy; trusted; trustworthy; under enchantment; vibrant cute
gevat astute; bright; clever; perky; resourceful; sharp; smart; wily acute; biting; clever; keen; nimble; quick; sharp; sharp-minded; sharpwitted; smart
hip bright; dapper; fashionable; nimble; sprightly; spry; trendy; worldly minded fashionable; snappy; snazzy; stylish; trendy
intelligent brainy; bright; brilliant; clever; intelligent; knowledgable; sensible; sharp; smart; wise able; capable; clever; educated; erudite; intelligent; smart
jolig amusing; animated; attentive; bright; buoyant; cheerful; clear; colorful; colourful; dependable; eager; eagre; enchanted; enthusiastic; festive; funny; gay; happy; jolly; joyful; joyous; merry; mystified; neat; passionate; pleasant; reliable; safe; spell bound; sunny; tidy; trusted; trustworthy; under enchantment; vibrant jolly; merry
kien astute; bright; clever; crafty; ingenious; intelligent; sagacious; shrewd; skilful; skillful; sly; smart; wily; wise canny; keen; sharp; shrewd; sly; smart; wily
kleurig amusing; animated; attentive; blooming; bright; buoyant; cheerful; clear; colorful; colourful; dependable; eager; eagre; enchanted; enthusiastic; festive; florid; flowered; funny; gay; happy; jolly; joyful; joyous; merry; mystified; neat; passionate; pleasant; reliable; safe; spell bound; sunny; tidy; trusted; trustworthy; under enchantment; vibrant colorful; colourful; many coloured; many-coloured; multi-colored; multi-coloured; richly colored; richly coloured
kleurrijk bright; cheerful; colorful; colourful; florid colorful; colourful; many coloured; many-coloured; multi-colored; multi-coloured; richly colored; richly coloured
knap bright; handsome; smart able; attractive; beautiful; capable; charming; clever; enchanting; entrancing; good looking; good-looking; handsome; ingenious; keen; lovely; nice; personable; pretty; skilful; skillful; snap
kwiek amusing; animated; attentive; bright; buoyant; cheerful; clear; colorful; colourful; dependable; eager; eagre; enchanted; enthusiastic; festive; funny; gay; happy; jolly; joyful; joyous; merry; mystified; neat; passionate; pleasant; reliable; safe; spell bound; sunny; tidy; trusted; trustworthy; under enchantment; vibrant
levendig amusing; animated; attentive; bright; buoyant; cheerful; clear; colorful; colourful; dependable; eager; eagre; enchanted; enthusiastic; festive; funny; gay; happy; jolly; joyful; joyous; merry; mystified; neat; passionate; pleasant; reliable; safe; spell bound; sunny; tidy; trusted; trustworthy; under enchantment; vibrant active; agile; agitated; aroused; brisk; buoyant; bustling; cheerful; dynamic; energetic; excited; fluttered; full of joy; gay; happy; heated; high-spirited; jolly; lively; merry; spirited; sprightly; upbeat; vigorous
lustig amusing; animated; attentive; bright; buoyant; cheerful; clear; colorful; colourful; dependable; eager; eagre; enchanted; enthusiastic; festive; funny; gay; happy; jolly; joyful; joyous; merry; mystified; neat; passionate; pleasant; reliable; safe; spell bound; sunny; tidy; trusted; trustworthy; under enchantment; vibrant
modieus bright; dapper; fashionable; nimble; sprightly; spry; trendy; worldly minded
monter amusing; animated; attentive; bright; buoyant; cheerful; clear; colorful; colourful; dependable; eager; eagre; enchanted; enthusiastic; festive; funny; gay; happy; jolly; joyful; joyous; merry; mystified; neat; passionate; pleasant; reliable; safe; spell bound; sunny; tidy; trusted; trustworthy; under enchantment; vibrant brisk; buoyant; bustling; cheerful; full of joy; gay; happy; high-spirited; jolly; lively; merry; sprightly; upbeat
nadenkend bright; clever; intelligent; right-thinking; sane; sensible; smart; wise absorbed in thought; day-dreaming; far away; musing; pensive; thoughtful
opgeruimd amusing; animated; attentive; bright; buoyant; cheerful; clear; colorful; colourful; dependable; eager; eagre; enchanted; enthusiastic; festive; funny; gay; happy; jolly; joyful; joyous; merry; mystified; neat; passionate; pleasant; reliable; safe; spell bound; sunny; tidy; trusted; trustworthy; under enchantment; vibrant arranged; clean; neat; orderly; tidy
opgetogen amusing; animated; attentive; bright; buoyant; cheerful; clear; colorful; colourful; dependable; eager; eagre; enchanted; enthusiastic; festive; funny; gay; happy; jolly; joyful; joyous; merry; mystified; neat; passionate; pleasant; reliable; safe; spell bound; sunny; tidy; trusted; trustworthy; under enchantment; vibrant as pleased as punch; brisk; buoyant; bustling; cheerful; full of joy; gay; glad; happy; high-spirited; in high spirits; jolly; lively; merry; pleased; satisfied; sprightly; upbeat
opgewekt amusing; animated; attentive; bright; buoyant; cheerful; clear; colorful; colourful; dependable; eager; eagre; enchanted; enthusiastic; festive; funny; gay; happy; jolly; joyful; joyous; merry; mystified; neat; passionate; pleasant; reliable; safe; spell bound; sunny; tidy; trusted; trustworthy; under enchantment; vibrant as pleased as punch; brisk; buoyant; bustling; cheerful; felicitous; full of joy; gay; glad; good natured; good-humored; good-humoured; good-tempered; happy; high-spirited; in good spirits; in high spirits; jolly; joyful; lively; merry; pleased; satisfied; sprightly; upbeat
overduidelijk as clear as plain day-light; as plain as day; bright; clarifying; clear; clear as daylight; clear-cut; cooked; distinct; done; evident; flagrant; luminous; manifest; obvious; transparent clear; obviously; unburdened
pienter astute; brainy; bright; brilliant; clever; crafty; ingenious

Verwante woorden van "bright":


Synoniemen voor "bright":


Antoniemen van "bright":


Verwante definities voor "bright":

  1. full or promise1
    • had a bright future in publishing1
  2. having lots of light either natural or artificial1
    • the room was bright and airy1
    • a stage bright with spotlights1
  3. emitting or reflecting light readily or in large amounts1
    • the sun was bright and hot1
    • a bright sunlit room1
  4. not made dim or less bright1
  5. having striking color1
    • bright dress1
  6. splendid1
    • the bright stars of stage and screen1
    • a bright moment in history1
    • the bright pageantry of court1
  7. characterized by happiness or gladness1
    • bright faces1
    • all the world seems bright and gay1
  8. characterized by quickness and ease in learning1
    • some children are brighter in one subject than another1
  9. made smooth and bright by or as if by rubbing; reflecting a sheen or glow1
    • bright silver candlesticks1
  10. clear and sharp and ringing1
    • the bright sound of the trumpet section1
  11. with brightness1
    • the windows glowed jewel bright1

Wiktionary: bright

bright
adjective
  1. happy
  2. vivid
  3. intelligent
  4. visually dazzling, luminous, radiant
bright
adjective
  1. Helder van kleur

Cross Translation:
FromToVia
bright klaar; hel; helder; licht; lichtend; duidelijk; uitgesproken; zuiver clair — Qui a l’éclat du jour, de la lumière.
bright briljant; glanzend; lumineus; schitterend luisant — Qui luire, qui jeter quelque lumière.
bright helder; licht; lichtend lumineux — Qui a, qui jette de la lumière.

Verwante vertalingen van brighten