Engels

Uitgebreide vertaling voor bring in (Engels) in het Nederlands

bring in:

to bring in werkwoord (brings in, brought in, bringing in)

  1. to bring in (produce)
    opleveren; opbrengen
    • opleveren werkwoord (lever op, levert op, leverde op, leverden op, opgeleverd)
    • opbrengen werkwoord (breng op, brengt op, bracht op, brachten op, opgebracht)
  2. to bring in (obtain; get; take in)
    binnenhalen; binnenbrengen
    • binnenhalen werkwoord (haal binnen, haalt binnen, haalde binnen, haalden binnen, binnengehaald)
    • binnenbrengen werkwoord (breng binnen, brengt binnen, bracht binnen, brachten binnen, binnen gebracht)
  3. to bring in (propose; raise; bring forward; )
    naar voren brengen; opperen; poneren
    • naar voren brengen werkwoord (breng naar voren, brengt naar voren, bracht naar voren, brachten naar voren, naar voren gebracht)
    • opperen werkwoord (opper, oppert, opperde, opperden, geopperd)
    • poneren werkwoord (poneer, poneert, poneerde, poneerden, geponeerd)
  4. to bring in (suggest; prompt; initiate; raise)
    suggereren; naar voren brengen; opperen
    • suggereren werkwoord (suggereer, suggereert, suggereerde, suggereerden, gesuggereerd)
    • naar voren brengen werkwoord (breng naar voren, brengt naar voren, bracht naar voren, brachten naar voren, naar voren gebracht)
    • opperen werkwoord (opper, oppert, opperde, opperden, geopperd)
  5. to bring in (call in)
    bijhalen
    • bijhalen werkwoord (haal bij, haalt bij, haalde bij, haalden bij, bijgehaald)
  6. to bring in (carry in)
    binnendragen
    • binnendragen werkwoord (draag binnen, draagt binnen, droeg binnen, droegen binnen, binnengedragen)

Conjugations for bring in:

present
  1. bring in
  2. bring in
  3. brings in
  4. bring in
  5. bring in
  6. bring in
simple past
  1. brought in
  2. brought in
  3. brought in
  4. brought in
  5. brought in
  6. brought in
present perfect
  1. have brought in
  2. have brought in
  3. has brought in
  4. have brought in
  5. have brought in
  6. have brought in
past continuous
  1. was bringing in
  2. were bringing in
  3. was bringing in
  4. were bringing in
  5. were bringing in
  6. were bringing in
future
  1. shall bring in
  2. will bring in
  3. will bring in
  4. shall bring in
  5. will bring in
  6. will bring in
continuous present
  1. am bringing in
  2. are bringing in
  3. is bringing in
  4. are bringing in
  5. are bringing in
  6. are bringing in
subjunctive
  1. be brought in
  2. be brought in
  3. be brought in
  4. be brought in
  5. be brought in
  6. be brought in
diverse
  1. bring in!
  2. let's bring in!
  3. brought in
  4. bringing in
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor bring in:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
poneren advancing; postulating
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijhalen bring in; call in
binnenbrengen bring in; get; obtain; take in
binnendragen bring in; carry in
binnenhalen bring in; get; obtain; take in entertain; regale; welcome
naar voren brengen bring forward; bring in; initiate; introduce; nominate; present; prompt; propose; raise; suggest bring forwards; bring something up; introduce; postulate; put forward; raise; ventilate
opbrengen bring in; produce
opleveren bring in; produce
opperen bring forward; bring in; initiate; introduce; nominate; present; prompt; propose; raise; suggest bring up; broach; broach a subject; cut; cut into; initiate; intimate; introduce; postulate; propose; put forward; put on the table; raise; reap; sting; suggest; throw up; toss in the air; toss up
poneren bring forward; bring in; initiate; introduce; nominate; present; propose; raise intimate; introduce; postulate; propose; put forward; raise; suggest
suggereren bring in; initiate; prompt; raise; suggest advise; suggest
- bring; clear; earn; fetch; gain; introduce; make; pull in; realise; realize; take in
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- yield

Synoniemen voor "bring in":


Verwante definities voor "bring in":

  1. bring in a new person or object into a familiar environment1
  2. transmit1
  3. be sold for a certain price1
  4. submit (a verdict) to a court1
  5. earn on some commercial or business transaction; earn as salary or wages1

Verwante vertalingen van bring in