Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor butler (Engels) in het Nederlands

butler:

butler [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the butler (valet; servant; lackey; )
    de kamerdienaar; herenknecht; kamerbediende; de butler
  2. the butler (cellarer)
    de keldermeester
  3. the butler (lackey; valet; servant)
    de lakei; livreiknecht

Vertaal Matrix voor butler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
butler butler; chamber servant; footman; lackey; man; pallbearer; servant; valet
herenknecht butler; chamber servant; footman; lackey; man; pallbearer; servant; valet
kamerbediende butler; chamber servant; footman; lackey; man; pallbearer; servant; valet
kamerdienaar butler; chamber servant; footman; lackey; man; pallbearer; servant; valet
keldermeester butler; cellarer
lakei butler; lackey; servant; valet
livreiknecht butler; lackey; servant; valet
- pantryman

Verwante woorden van "butler":

  • butlers

Synoniemen voor "butler":


Verwante definities voor "butler":

  1. a manservant (usually the head servant of a household) who has charge of wines and the table1